woensdag 24 december 2008

Bedankingsmail inzamelingsactie



Cusco - Peru, december 2008

¡Buenos días familia, amigos y simpatizantes!
Deze keer komen we niet aankloppen om geld te vragen. We willen jullie in naam van het centrum bedanken voor jullie financiële steun. Bovendien ervoeren de directeur en de residenten het ook als een morele steun dat er in het verre België interesse is voor een therapeutische gemeenschap in het verre Peru. Jullie kregen € 1600 bijeen, veel meer dan Marij en ik hadden durven hopen. Onze actie bereikte ook twee kranten.

We gingen samen met de directeur de twee machines kopen voor de schrijnwerkerij: een schuurmachine en een freesmachine. Toen bleef nog een pak soles over. We kochten nog drie kleinere machines aan zodat fijne, afgewerkte producten kunnen worden gemaakt. We namen eveneens een polijstmachine over van een resident die zelf schrijnwerker is. Hij heeft dringend een medicinale behandeling nodig. Aangezien hij momenteel geen inkomsten heeft (hij verblijft immers in het centrum) en hij geen familie heeft die de behandeling voor hem kan bekostigen, was dit voor hem de enige kans om de medicatie te betalen. We kochten dertig matrassen en heel wat voedsel. Tenslotte zorgden we voor nieuw kookgerei: er was dringend een nieuwe grote kookpot nodig en er waren niet genoeg tassen, borden en bestek voor alle residenten.
Een klein bedrag reserveerden we voor Centro Salud Mental, een psychiatrische instelling waar Rein een maand vrijwilligerswerk deed. Ook Joris, de vriend van Marij, liep stage in dit project. De psychiatrie krijgt geen overheidssteun en hangt af van liefdadigheid. Financiële steun is voor hen dus meer dan welkom. Het geld werd gebruikt om een lekkend dak te herstellen en om papier en pennen te kopen.

Wat is de slaagkans van het schrijnwerkerijproject?

Er zijn momenteel twee residenten aanwezig die reeds jarenlang als schrijnwerker aan de slag zijn. Zij zullen de schrijnwerkerij begeleiden en de andere residenten opleiden. Eén van hen genoot zijn opleiding in Peru, de andere in Buenos Aires (Argentinië). Op deze manier leren de residenten nieuwe vaardigheden en bovendien kunnen de eindproducten verkocht worden om inkomsten voor het centrum te verzekeren.
We blijven in contact met de directeur van Nuevo Amanecer en met de vrijwilligerscoördinator van de Spaanse school die samenwerkt met het centrum. We houden jullie op de hoogte.

We willen het nog eens herhalen: Marij en ik waren aangenaam verrast door jullie massale steun. Heel erg bedankt!

Groeten,

Rein Deconinck en Marij Verwaest

Voor foto's, klik hier.

Foto's inzamelingsactie



donderdag 11 december 2008

Een week in de selva (4/12 - 10/12)


Donderdag vertrok ik met het vliegtuig richting Puerto Maldonado om een week in de selva (de jungle) door te brengen. Er was weinig bewolking, ideaal om de selva vanuit het vliegtuig te bekijken. Het was een prachtig zicht: een groen, dicht woud waar een bruine slang door kronkelde. Hier en daar werd de rivier bevoorraad door kleine, grilligere zijrivieren.

Toen ik uit het vliegtuig stapte werd ik achteruit geslagen door een warmtegolf. Het was zo'n 30 graden, maar vooral de luchtvochtigheidsgraad drukte me neer. Na een busrit van een uur, stapten we over in een boot. We vaarden anderhalf uur over de machtige Tambopata-rivier en kwamen aan in de lodge van Explorer's Inn. Het is niet voor niets dat National Geographic al meermaals is langsgekomen: het Tambopata-reservaat bezit de grootste diversiteit ter wereld op vlak van vogels en vlinders.


Na het vallen van de avond maakten we ons op voor een zoektocht naar kaaimannen. Gewapend met een fel spotlicht voeren we de Tambopata af. Het eerste kwartier zagen we niets, de spanning was te snijden. De consternatie was dan ook groot toen we in de verte twee rode puntjes zagen oplichten: de spotlicht werd gereflecteerd in de ogen van een kaaiman. We konden vrij dicht naderen: het was een klein exemplaar, maar daarom niet minder mooi om te zien.


Vrijdag stonden we om 4 uur op om vroeg bij de cocococha (cocha is donker meer) aan te komen. 's Ochtends is het immers frisser en dit is het beste moment voor de dieren om naar het meer te trekken. De verhoopte otters zagen we niet, wel drie soorten apen - al was het van heel ver. We maakten kennis met de 'stinkvogel' (die de punkers duidelijk ver voor was), met reusachtige sprinkhanen, de 'erotic tree' (kijk naar de foto en de naam wordt duidelijk), een zonnende schildpad, de kleurrijke 'weaving bird', ...

Ik vond de jungle eerst wat teleurstellend: de begroeiing was veel minder dicht dan ik had verwacht. Al zagen we verschillende bomen van 500 jaar oud (stel je voor: ten tijde van de Inca's zijn ze geboren), toch vond ik de naam oerwoud niet echt op zijn plaats. Dit was voor mij een gewoon bos, maar dan met andere planten. Jong en dynamisch. Na een tijdje zag ik dat deze dynamiteit net heel mooi en interessant is. De 'walking palm tree' is een uitstekend voorbeeld van het feit dat bomen net als mensen ook leven. Deze boom 'wandelt' door het bos op zoek naar zonlicht. Het laat wortels groeien in de gewenste richting en stopt de toevoer naar de wortels in de andere richting waardoor deze afsterven.
's Avonds deden we een nachtwandeling. De gids waarschuwde ons meermaals voor een troep 'bullet ants'. Dit zijn primitieve mieren die je tegelijk bijten en steken. Een pijnlijke beet die doorstraalt naar je hart. Bovendien is het gif zo sterk dat je een aantal uren met koorts in bed kan belanden. Opletten geblazen dus terwijl we kikkers zagen, een kleine slang, tarantulla's ter grootte van een hand, een vogel op een halve meter van ons. We zagen ook een 'hummingburd' slapen in zijn nest.

De dag nadien werden we gewekt door een oorverdovend lawaai. Het bleken brulapen te zijn, de luidste dieren ter wereld. Op de mens na, merkte iemand fijntjes op. Geen nood, we moesten toch om 5 uur op om naar een 'clay lick' te gaan. Elke morgen komen honderden vogels zich voeden met de klei. Die bevat bepaalde mineralen die ze nodig hebben om de vruchten die ze eten te kunnen verteren. Vanuit onze schuilplaats zagen we talloze groene parkieten en kleurrijke papegaaien. Heel mooi! Toen we terug bij de lodge kwamen, wachtte me een onaangename verrassing in mijn kamer. Op de muur zat een wolfspin van zo'n 10 a 15 centimeter groot. Ik riep er onze gids bij. Blijkbaar kan je hoge koorts krijgen na een beet en zelfs sterven als je eraan allergisch bent. De gids haalde er dus de deet bij om de spin te doden, maar de spin sprong heel snel weg. Gelukkig was er de volgende dagen geen spoor meer te vinden van de spin. In de namiddag konden we de brulapen van dichtbij bewonderen. We sloten de dag af met een andere nachtwandeling.

De volgende dag vertrokken mijn groepsleden. Ik bleef drie extra dagen zonder aan een programma vast te hangen. Zondag ging ik mee met Jasmine en Jack, twee pas afgestudeerde Engelse biologen die samen met me waren aangekomen. Ze blijven zes maanden in de lodge om mee te helpen aan lopende wetenschappelijke onderzoeken. Ze verkenden een aantal minder belopen wandelpaden. Verschillende keren verdween het pad en moesten we het vervolg van de weg zoeken. Een avontuurlijke en mooie wandeling. Het hoogtepunt ervan was een familie tamarinapen die onze weg kruiste en net boven ons hoofd bleef zitten. De rest van de dag was minder interessant en verveelde ik me.

Ik besloot dan ook actie te ondernemen en kon Esvan strikken als gids. Hij is 50 jaar en leeft reeds zijn volledige leven in de buurt van de lodge. We gingen op pad met mijn vraag om meer te weten te komen over medicinale planten en bomen. Het werd een zeer boeiende wandeling. Hij liet me middelen zien tegen depressie, hoofdpijn, ontstekingen, ulcera's, insectenbeten, impotentie, middelen om de inwendige genezing te bespoedigen na een operatie, tegen malaria, tegen beginnende AIDS-symptomen, anasthetische planten, ... Hij kapte ook een liaan in tweeën. Van buitenaf zag die er heel droog uit, maar er stroomde wonder boven wonder water uit. Heel lekker en het zou goed zijn ter preventie van ulcera's. Toen ik in de zon van de wandeling aan het bekomen was, kleurde de hemel plots donker. De ene minuut zat ik nog te bakken, de volgende minuut barstte een onweer los en was ik kletsnat.
Het eten in de lodge was heerlijk. Omdat we met een kleine groep waren (ik was de enige toerist, de rest waren wetenschappers die voor een langere tijd blijven) kon de kok zich die middag een fantasietje veroorloven. Ons eten werd opgediend in bamboestokken! Even gieten en daar waren de kip en de groenten.

Het onweer waaide over en ik kon in de namiddag samen met Esvan naar de andere kant van de rivier om andere medicinale planten te bekijken. Zijn zus woont daar. De 'La Torre' community woont vlakbij de lodge. Ze wonen echter niet in een dorp zoals wij dat kennen, maar verspreid over een grotere oppervlakte. Elke familie bezit een enorm stuk land. Ik werd er vriendelijk ontvangen en kreeg chicha van juca aangeboden. Stukken beter dan de zure maïsvariant!

's Avonds kon ik met een Spaans koppel opnieuw op kaaimanjacht. Een groot succes want we konden tot op een meter van een kaaiman naderen. Het duurde 10 minuten voor hij er genoeg van kreeg en voor het ruime sop koos. 'National geographic', riep de Spanjaard achteraf enthousiast.

De volgende dag nam Esvan memee naar Cocococha, het meer waar ik de eerste dag was geweest, om een aantal medicinale waterplanten te zien. We voeren deze keer de andere richting uit. Eigenlijk is verboden, behalve voor enkele wetenschappers met een specifieke wetenschappelijke opdracht, maar als local mocht Esvan blijkbaar iets meer. We zagen slechts twee medicinale planten, maar kregen deze keer wel de otters te zien. In volle actie dan nog wel want ze waren vissen aan het eten. We konden zo dicht komen dat het gekraak van de graten hoorbaar was. We hoorden ook een grote kaaiman in het water plonsen, maar konden hem spijtig genoeg niet vinden.

In de namiddag trok ik er allen op uit naar een laguna. Ik volgde braafjes de paden, maar blijkbaar kan je dan ook je oriëntatie verliezen. Na een lange wandeling - die eigenlijk heel kort zou zijn - bleek in in een lus te hebben gewandeld. Heel wat zweet later raakte ik dan toch terug bij de lodge. De frisse pint die ik mezelf als beloning gaf smaakte heerlijk! Daarna viel de duisternis in en kroop ik onder mijn muskietennet om bij kaarslicht deze blog op papier te schrijven en terug te blikken op een geslaagde week ...

De nacht had echter nog een verrassing in petto: een onweer zoals ik het nog nooit heb meegemaakt. Normaal vind ik onweders heel mooi en fascinerend maar deze keer had ik schrik. Het donderde zo krachtig dat de muren beefden en mijn bed zelfs soms in de lucht wipte. Het bliksemde ook voortdurend Heel wat schietgebedjes later ging het onweer liggen en kon ik nog van een paar uur slaap genieten ...

dinsdag 2 december 2008

Trektocht naar Choquequirao (27/11 - 01/12)

Donderdagmiddag vertrok ik samen met Thomas, Dorien en Marlisa richting Choquequirao. Dit complex wordt ook wel eens de tweede Machu Picchu genoemd, alleen heeft het toerisme zijn weg amper gevonden naar deze plaats en is de blootlegging van het complex nog volop aan de gang.

Via een leraar van onze Spaanse school wisten we hoe we zonder reisbureau de trektocht konden organiseren. We zouden met de bus tot in Ramal rijden en van daar een taxi naar Cachora nemen, waar we een gids en ezels konden huren. Na een busrit van drie uur belandden we in het donker ergens in the middle of nowhere. Ramal bleek een kruispunt te zijn waar een vijftal huizen stonden. We konden er inderdaad een taxi nemen, maar we hadden er niet op gerekend dat de mensen op het platteland op het ritme van de natuur leven en de chauffeurs dus al waren gaan slapen. Gelukkig konden we één van de chauffeurs uit zijn bed krijgen. We mochten onze slaapmatjes in zijn 'rommelkot' neerleggen, van zijn slaapkamer gescheiden door een dunne muur. De arme man zal daardoor nog een tijd wakkergelegen hebben van ons gestommel - of was het door de luide ruzie van de buren. Het werd een nacht zonder veel slaap, tussen de opgegeten maïskolven, oude schoenen, ... maar een toffe ervaring! De regen gutste uit de hemel, dat beloofde voor onze eerste wandeldag.

Om 5u15 trommelde de chauffeur ons op. Het was gestopt met regenen. Drie kwartier en heel wat prachtige uitzichten later kwamen we aan in Cachora. Daar huurden we twee ezels en de gids. Om tien uur vatten we onze wandeling aan, Thomas en ik met onze trekrugzak op de rug. De eerste kilometers waren vrij gemakkelijk, al trachtte de hitte het ons wel lastig te maken. Vervolgens daalden we van 3300 meter af naar 1800 meter, een wandeling van 10 km. Met pijnlijke knieën kwamen bij een rivier, waar volgens onze leraar een loodzware helling zou beginnen. De eerste meters vroeg ik me af waar hij drama over maakte, maar twee bochten verder zag ik waar hij het over had. We moesten slechts drie kilometer stijgen, maar reken daar de hoogte, een gemiddeld stijgingspercentage van minstens 20 procent en de hitte bij en je krijgt een idee van de lastigheidsgraad. Na vier keer sterven konden we onze tent in het donker opslaan op een kleine camping, onder het licht van onze zaklampen en de bliksemschichten die zich in de verte tegen de hemel aftekenden. We wasten ons in een rivier, heerlijk was dat na 25 kilometer wandelen.

De volgende dag stond onmiddellijk een even steile beklimming van vier kilometer op het programma. Opnieuw heel zwaar en in de felle zon, maar het kan soms zalig zijn om af te zien. De zeven klimkilometers hadden ons tot op 3300 meter hoogte gebracht, dus 1500 meter hoger dan de rivier. We kwamen op een camping die zeker de prijs voor de mooiste lokatie wegkaapt: na de vrij kale begroeiing kwamen we plots in een groene oase van gras. De omgeving werd gekleurd door hoge bergtoppen. In de verte konden we Choquequirao zien liggen.

We sloegen omze tent op en maakten ons middagmaal klaar. Daarna lieten we onze rugzakken voor wat ze waren en vertrokken we voor een tocht van 4 km naar Choquequirao. We zagen een deel van het complex in de verte liggen, indrukwekkend hoe de landbouwterrassen tegen de berg opkropen. Op Choquequirao zelf (het gedeelte waar gebouwen staan) was er niemand te zien. Samen met ons waren er die dag slechts 7 toeristen geweest. Daar zal de lastige tocht wel voor iets tussenzitten. Het gedeelte met huizen van het complex was niet bewoond in de tijd van de Inca's. De mensen leefden in grotten vlakbij het complex. Choquequirao diende als ontmoetingsplaats tussen de Inca en zijn gasten. Bovendien functioneerde het ook als gevangenis: leugenaars, luierikken en bandieten werden in een minicel opgesloten (je kon er enkel rechtstaan) en konden de cel enkel verlaten om naar het toilet te gaan. Dan konden wij met onze gepijnigde spieren niet klagen ...
Hierna daalden we af naar de 'lama's', een complex waar de Inca's afbeeldingen van lama's in hadden verwerkt door verschillende kleuren van stenen te gebruiken. Pas van op afstand werd duidelijk hoe vernuftig de Inca's wel waren. De lama's waren diagonaal gebouwd zodat het leek alsof ze in een colonne de berg optrokken. Ik vraag me af hoe ze dit van dichtbij zo konden construeren, zonder een overzicht over het geheel te hebben.
Vervolgens stegen we opnieuw naar de huizen en kwamen we compleet uitgeput boven. Een dutje van 15 minuten deed ons deugd en we konden terug naar de camping.

De derde dag keerden we terug via een andere route. We begonnen met een vrij gemakkelijk stuk van 5 kilometer, daarna volgde een loodzware afdaling van 10 km. We daalden 1500 meter in de volle zon. Een kort dutje naast de rivier bracht ons opnieuw op krachten, voor een nieuwe klim van 7 km. Opnieuw overwonnen we 1500 meter hoogte. We kwamen aan in het donker en mochten onze tent opslaan in de tuin van een hacienda. In de hacienda wonen twee families die samen land verbouwen. De gids vertelde ons een waar horrorverhaal over de eerste eigenaar van de hacienda. Het verhaal zou trouwens verfilmd geweest zijn volgens de gids. Er woonde een Noord-Amerikaan samen met zijn zus. Ze hadden drieduizend koeien in hun bezit en verschillende Peruanen in dienst om het land te verbouwen. De man schoot echter niet goed op met zijn zus. Hij sloeg haar, sloot haar op in haar kamer, ... Uiteindelijk heeft hij haar vermoord in kokende melk. 20 jaar geleden stierf hij nadat zijn lichaam vanbinnen volledig opgegeten was door een parasiet.
Wat er ook van zij, het was een prachtige lokatie om te kamperen. We werden ook direct uitgenodigd om thee te drinken. Thomas en ik werden meermaals in de lucht geprezen als 'papa lindo' door een oudere man die duidelijk te veel op had.

De vierde dag keerden we terug naar Cuzco. Het werd een helse taxirit langs de afgrond om terug tot in Ramal te raken. Daar wouden we de bus nemen naar Cusco. De plaatselijke bewoners trachtten ons wijs te maken dat er geen bus meer kwam die dag en dat we met hun taxi zouden moeten gaan. Vijf minuten later kwam echter een bus voorbij. Toen probeerden de bewoners ons nog wijs te maken dat de bus meer kostte dan de taxi. Niets van waar natuurlijk, voor een spotprijs konden we opstappen en meerijden naar Cusco. Daar beloonden we ons op een heerlijke maaltijd. Na drie dagen noodles als ontbijt en pasta met rode saus als middag- en avondmaal smaakte het dubbel en dik!

maandag 24 november 2008

Mail inzamelingsactie

Zoals de meesten onder jullie weten werken Marij en ik als vrijwilligers in Casa Hogar Nuevo Amanecer, een therapeutische gemeenschap voor alcohol- en drugsverslaafden, in Cusco (Peru). Nuevo Amanecer verzorgt de langdurige behandeling en resocialisatie van mannelijke, volwassen drugsverslaafden. In Peru is er geen financiële overheidssteun voor dit soort centra. Het centrum is afhankelijk van de goodwill van buitenstaanders en van de financiële inbreng van de directeur. Nuevo Amanecer ziet zich verplicht om naast de verblijfskosten ook een extra financiële bijdrage te vragen aan de residenten om zijn voortbestaan te verzekeren. Net zoals in België is deze cliëntenpopulatie een kwetsbare groep zonder veel financiële middelen. Maar in tegenstelling tot in België bestaat in Peru voor hen niet het vangnet van een sociale zekerheidssysteem. Families moeten vaak hun laatste spaarcentjes bijeenrapen om hun zoon, man, vader of broer de mogelijkheid tot behandeling te bieden. Velen hebben zelfs deze spaarcentjes niet en vallen dan ook uit de boot.

Net zoals in de therapeutische gemeenschappen in België bestaat in Nuevo Amanecer de behandeling uit een gestructureerd dagprogramma met therapieën en werk. Dit heeft als doel om enerzijds aan de onderliggende problematiek te werken en anderzijds de patiënten aan te leren een gestructureerd, dagdagelijks leven te leiden. De werkactiviteiten kunnen echter niet doorgaan omdat de financiële middelen ontbreken om materiaal aan te kopen. Marij en ik zouden graag, met jullie hulp, ons steentje bijdragen om het centrum de kans te geven om zelf inkomsten te genereren. Zo kan het centrum de middelen aankopen om de werkactiviteiten te laten doorgaan, de levensstandaard binnen het centrum te verhogen en meer verslaafden de mogelijkheid tot behandeling te bieden. Om to the point te komen, ons plan ziet er concreet als volgt uit. Nuevo Amanecer wil een schrijnwerkerij opstarten om de residenten aan het werk te zetten en om de afgewerkte producten te verkopen. Twee vliegen in één klap dus: er is werk en het brengt op. De nodige kennis en vaardigheden zijn aanwezig. Alleen: Nuevo Amanecer beschikt momenteel alleen over een zaagmachine. Zo kunnen ze geen afgewerkte produkten leveren. Hiervoor zijn twee andere machines nodig: een schuurmachine en een freesmachine.

Marij en ik willen geld inzamelen om dit te bekostigen. En hiervoor kloppen we dus bij jullie aan. Eén machine kost ongeveer 500 euro. We willen jullie vragen een bijdrage te storten op het volgende rekeningnummer 979-5769768-19 op naam van ‘Casa Hogar Nuevo Amanecer’. We beseffen dat velen onder jullie studenten zijn en dat jullie ook wel eens krap bij kas zitten. We willen benadrukken dat - geef je nu 1 euro of 20 euro - we met elke bijdrage supertevreden zijn. De rekening sluit af op 9 december zodat we de kans krijgen om met de directeur de machine(s) aan te schaffen. Het verslag hiervan komt zeker nog in jullie e-mailbox terecht. We zouden graag zoveel mogelijk mensen bereiken, dus als jullie deze mail kunnen doorsturen naar vrienden en familie zouden we heel gelukkig zijn. Alvast bedankt voor jullie steun en tot binnenkort in België!
Rein Deconinck en Marij Verwaest
P.S.: Voor een interview met de directeur klik hier en voor meer foto's klik hier.

Interview met Juan Carlos Aguilar Walstrhon, directeur van Casa Hogar Nuevo Amanecer te San Jeronimo, Cusco

Juan Carlos, kan u ons vertellen wat voor centrum Nuevo Amanecer is?
Nuevo Amanecer is een centrum waar verslaafde mannen terecht kunnen. In het centrum rehabiliteren deze mannen gedurende 14 maanden. De eerste drie dagen van hun verblijf krijgen ze de kans om uit te rusten en te wennen aan de nieuwe omgeving: Vanaf de vierde dag nemen ze deel aan het gestructureerde dagprogramma.
Na het programma helpen wij hen eveneens met hun resocialisatie. De mannen blijven voor de rest van hun leven deel van de familie die we hier vormen. Ze mogen steeds opnieuw bij ons aankloppen.

Hoe is het centrum ontstaan?
Vier jaar geleden werd het centrum in Cusco geopend. We zijn met 18 mannen uit het centrum van Arequipa naar hier gekomen om het centrum op te richten. Gedurende een half jaar gingen we dag in dag uit werken om geld te verdienen om de huishuur en andere onkosten te betalen. Ik verkocht bijvoorbeeld balpennen op straat. Anderen verkochten snoepjes, toiletpapier en dergelijke op de bus of gingen van deur tot deur. Na een half jaar begon het centrum financieel gezien stevig genoeg op zijn benen te staan. Ik besloot toen terug naar Arequipa te keren om mijn rehabilitatie van 14 maanden af te maken.

Hoe bent u toen terug in Cusco terechtgekomen?
Een aantal maanden na mijn terugkeer naar Arequipa kwam de executieve directeur naar me toe. Hij vertelde me dat er heel wat problemen waren in het centrum van Cusco. Het was niet helemaal duidelijk wat er aan de hand was. De directeur van Arequipa vroeg me naar Cusco terug te keren een kijkje te gaan nemen en de aanwezige problemen op te lossen. Eigenlijk wilde ik mijn programma in Arequipa gewoon afmaken en een leven buiten het centrum beginnen. Ik was de directeur echter erg dankbaar voor al zijn hulp bij mijn rehabilitatie en vond het moeilijk te weigeren. Samen met drie andere ‘hermanos’ (Zo noemen de drugsverslaafden die samen in een programma zitten elkaar. Ze beschouwen elkaar als familie.) ging ik naar Cusco. Hier trof ik het centrum in dramatische toestand aan. Het was geëvolueerd tot een toevluchtsoord voor verslaafden. Al het verdiende geld werd aan drugs besteed en de mannen gebruikten drugs in het centrum zelf. De rekeningen van het licht en de elektriciteit waren al in geen maanden meer betaald.

Wat hebt u gedaan om de zaken terug op orde te stellen?
Nadat ik contact had opgenomen met de directeur van Arequipa, zond die mij onmiddellijk een fax met een autorisatie tot directeurschap over het centrum van Cusco. Ik stapte naar de hermanos van Cusco en vertelde hen dat ik heel andere ideëen had over hoe de zaken in het centrum moesten verlopen en dat alles ging veranderen. Zij die het niet met mij eens waren, konden vertrekken. Uiteindelijk bleven er nog vier hermanos over. Sinds toen ben ik directeur van het centrum.

Hoe hebt u het directeurschap over een centrum met zoveel problemen aangepakt?
Het begin was zeer moeilijk. Er waren weinig inkomsten. Er was geen water of licht. De politie stond regelmatig voor de deur omwille van problemen met ex-bewoners. In de buurt had het centrum een zeer slechte reputatie doordat de buurtbewoners de voorgaande maanden last hadden ondervonden. Op een bepaald moment besloot de huisbazin ons bovendien uit het huis te zetten. In eerste instantie wou ze al onze bedden en het weinige keukengerei dat we hadden, in beslag nemen als garantie voor de schulden die we nog hadden. Ik zei haar dat dit niet mogelijk was. Waar zouden we slapen en hoe zouden we eten? Dit had de aanleiding tot herval van alle hermanos geweest kunnen zijn. Na een lang gesprek besloot ze me uiteindelijk te vertrouwen. Ik beloofde de schuld in de toekomst terug te betalen. Toen verhuisden we naar een ander district van Cusco, naar een huis met zeer weinig ruimte en faciliteiten. Eigenlijk was het onmogelijk om daar als groep te leven maar op dat moment hadden we geen andere keuze.

Hoe voelde u zich in deze situatie waarin u eigenlijk onvrijwillig beland bent?
Het was echt moeilijk. We waren volledig terug bij af. Ik was erg ongelukkig en er waren momenten waarop ik terug aan druggebruik dacht. Er was echter een stem in mij die me zei dat ik verder moest gaan met dit plan. De stem zei me dat ik niet mocht opgeven. Dit idee gaf me op een bepaalde manier een gevoel van vrede.

Wat hebt u gedaan om uit deze moeilijke situatie te raken?
Ik heb lang gezocht naar een ander huis maar ik had eigenlijk niet genoeg geld. Op een bepaald moment vond ik het perfecte huis in San Jeronimo waarop ik een gesprek met de huisbaas had. Ik vertelde hem wat mijn plan was en met hoeveel hermanos we waren. De huisbaas zei me dat ik wettelijk gezien een waarborg moest betalen. Dat kon ik niet, dus moest het plan opnieuw uitgesteld worden.
De enige uitweg die ik na een tijdje nog zag, was contact opnemen met een Nederlandse vrijwilligster die ik kende uit het centrum in Arequipa. Ze had me ooit gezegd dat als ik in de problemen zat, ze mij zou proberen te helpen. Ik belde haar dus op en legde de situatie uit. In eerste instantie zei ze me dat ze op dat moment geen geld had om mij te helpen. Ze zou me bellen als ze een oplossing had. Enkele maanden later was het zover. Ze belde me en zei me dat ze me 100 dollar kon lenen. Ze gaf het niet cadeau, ik mocht het lenen. Ik keerde terug naar de huisbaas in San Jeronimo en stelde hem deze waarborg voor. Hij ging akkoord en we konden verhuizen. Dit was een enorme opluchting voor mij.

Bracht het nieuwe huis de verbetering waarop u gehoopt had?
Ja, toch wel. In het begin moest ik alles zelf doen. Ik moest de mensen ontvangen, koken, de groep organiseren, geld bij elkaar zoeken etc. Al heel snel begon alles op gang te komen. Ex-verslaafden die ik kende van vroeger kwamen naar hier en hielpen me met de organisatie. Ze steunden mij. Vanaf het begin waren er ook buitenlandse vrijwilligers. Naast de praktische hulp die ze me gaven, hielpen ze me vaak met de financiële kant van de zaak. Ze kochten voedsel en materiaal voor het centrum.
Mettertijd zijn we als centrum heel erg gegroeid. We hebben nu bedden, een bureau, twee televisietoestellen, een computer etc. Er werkt hier nu ook een psychiater als vrijwilliger.

Wat wil u nog bereiken in de toekomst?
Mijn droom is om het centrum tot een soort boerderij om te vormen. We zouden hier gewassen kunnen kweken en vee kunnen houden. Daarmee zouden we dan geld kunnen verdienen. Op die manier zouden we veel meer mensen kunnen helpen die geen geld bezitten om een behandeling te betalen. We staan nu echter nog ver van de vervolmaking dat plan. We hebben het geld niet om materiaal te kopen.

Hoe slagen jullie er momenteel in om financieel rond te komen?
We krijgen geen steun van de regering. Alle patiënten betalen voor hun bed en hun voeding. De prijs die we daarvoor vragen, bedraagt 10 sol per dag (ongeveer 2,5 euro). Daarnaast vragen we aan alle patiënten een bijdrage van 300 dollar voor hun volledige verblijf van 14 maanden. Deze bijdrage gebruiken we om de onkosten van het huis te betalen en om huizen op andere plaatsen in Peru te openen. Heel wat patiënten kunnen dit echter niet betalen. Voor hen verlaag ik het bedrag.
Bovendien hebben mijn ouders de laatste jaren terug vertrouwen gekregen in mij en geven ze me een maandelijkse geldsom om het huis staande te houden. Daarnaast zijn er de vrijwilligers die vaak materiaal en voedsel voor ons kopen.

Aan welke middelen ontbreekt het jullie nog?
De keuken die in het centrum aanwezig is, is heel basaal. Daarvoor hebben we nog heel wat spullen nodig. We koken op een aarden oven met een houtvuur, waardoor de pannen en potten snel verslijten.
Onze matrassen vervangen we elke acht maanden. Het zijn dunne matrassen van katoen. We hebben geen geld om duurzame – en duurdere – matrassen aan te schaffen.
Ik zou graag een aantal fitnesstoestellen aankopen. Op het binnenplein is geen plaats om aan sport te doen. Sport is nochtans belangrijk in het desintoxicatieproces. De bewoners kunnen tijdens het sporten hun frustraties uitwerken.
Tenslotte willen we een schrijnwerkerij opstarten om eigen inkomsten te generen en minder afhankelijk te zijn van giften.

Kan je ons iets meer vertellen over die schrijnwerkerij?
Een aantal jaren geleden kwam een Nederlandse vrijwilligster voor ons werken, Diana Thomas. Deze vrouw had in haar thuisland met een gelijkaardige populatie gewerkt. Voor ze bij ons terechtkwam, had ze een ander project in Peru gesteund waarmee ze een erg negatieve ervaring had gehad. Diana had heel wat materiaal geschonken aan dat project. Toen ze een jaar later terugging, was de directrice gaan lopen met al het materiaal. Diana wilde daarom een ander project steunen maar ze wilde zich ervan verzekeren dat haar steun goed terecht kwam.
Gedurende vele maanden heeft ze hier gewerkt. Ze zag dat we in dit centrum heel gemotiveerd zijn om verder uit te bouwen. Op het einde van haar verblijf kocht ze een houtbewerkingsmachine voor ons. Ik ben de zaagmachine samen met haar gaan kopen om haar te tonen dat we haar geld niet voor andere dingen zouden gebruiken. We hebben nu echter nog twee werktuigen nodig om van start te kunnen gaan: een schuurmachine en een machine om het hout uit te snijden zodat de verschillende onderdelen in elkaar passen.
Wat giften betreft, werk ik trouwens altijd op die manier: ik aanvaard geen cash geld van vrijwilligers maar ik ga samen met hen de aankopen doen waarvoor hun giften bestemd zijn. Ik wil dat ze weten dat hun steun zijn doel bereikt. Vaak ben ik met vrijwilligers naar de supermarkt gereden om rijst en andere voeding te kopen. Ik vind het belangrijk dat ze zien dat we geen misbruik maken van hun hulp.

We kunnen ons inbeelden dat het moeilijk is om van start te gaan met een schrijnwerkerij. Welke toekomst ziet u voor dit project?
Onlangs heeft Fairplay, een Spaanse school, ons gecontacteerd. Ze willen 220 houten kaders laten maken waarin ze reclame kunnen ophangen voor hun school. De wet verbiedt immers dat affiches rechtstreeks op de muur worden aangeplakt. Ze hebben ons gevraagd een offerte op te stellen.
We hebben namelijk concurrentie van de gevangenis die ook een schrijnwerkerij heeft. Doordat zij overheidssteun ontvangen kunnen ze de elektriciteitskosten uit hun offerte houden. Bovendien konden ze door die steun machines aankopen, terwijl wij deze momenteel moeten huren en in onze offerte verwerken. Als we machines zouden bezitten, zou het gemakkelijker zijn om op de markt te concurreren.

Stel dat we geld inzamelen voor éen machine, zou dit jullie verder helpen?
Zeker, dan zouden we één machine minder moeten huren. Met de extra inkomsten zouden we ons na verloop van tijd de laatste machine kunnen aanschaffen.

Zijn er ook andere bestellingen?
Fairplay heeft ons beloofd dat er andere bestellingen zullen volgen als ze tevreden zijn over ons werk. Binnenkort moeten ze hun deuren vervangen en nieuwe ramen plaatsen. Bovendien gaat mond aan mond reclame zeer snel als iemand tevreden is over je werk.

Bedankt voor je tijd en veel succes met je project!
MARIJ VERWAEST - REIN DECONINCK
21/11/2008

vrijdag 21 november 2008

Casa Hogar Nuevo Amanecer: foto's

Hieronder kan je enkele foto's terugvinden om wat een idee te krijgen over het centrum 'Casa Hogar Nuevo Amanecer'.

Dit is de directeur van het centrum, in de oficina. Het secretariaat dient tegelijk als ruimte waarin de individuele therapieën doorgaan. Best wel vervelend, aangezien er voortdurend mensen binnen en buiten lopen, telefoons aankomen, ... De computer, telefoon en fax heeft de directeur zelf aangeschaft en ter beschikking gesteld van het centrum.
Eén van de twee slaapzalen. In één slaapzaal slapen 15 hermanos.
Luis Beltran, één van de hermanos, rustend op zijn bed. Tijdens werkongeval heeft hij zuur over zijn gezicht gekregen.
Het kookfornuis bestaat uit een aarden oven in openlucht, beschermd tegen de regen door een zeil. Er wordt gestookt met houtblokken.
Naast het koken, doen de hermanos ook hun eigen was.
De groepstherapie gebeurt buiten onder een zeil omdat er geen binnenruimte aanwezig is waarin alle hermanos samen passen. Met het beginnende regenseizoen is dit een probleem. Als er regen op het zeil valt moeten we de therapie immers stopzetten omdat we elkaar niet kunnen horen. Zo loopt het ook vol kippen op het binnenplein die door de therapie heen lopen, honden die aan je hand likken, als er vliegtuigen overvliegen moeten we even stoppen omdat we elkaar niet kunnen begrijpen...
Twee hermanos die de tijd doden.
De hermanos houden elke dag strikt een dagboek bij waarin ze over hun activiteiten en gevoelens schrijven. Bij gebrek aan een tafel in de slaapzaal, gebruikt Gonzalo de strijkplank als tafel.

zondag 16 november 2008

Isla Del Sol

Na het congres, zijn we met zijn drieën doorgereisd naar Bolivia om ons visum te verlengen. Het werd een blitsbezoek - maar wel een om niet te vergeten - van 3 dagen. In Copacabana namen we de boot naar Isla del Sol (in het Titicacameer), waar we twee nachten doorbrachten.

Aan de grens van Peru en Bolivia moest al onze bagage uit de bus, om over te laden op een andere bus. De maatschappij had immers geen licentie om over te steken. Te voet over de grens, een aparte ervaring.


De binnenkoer van ons hotel. Geen stromend water, douchen moest je doen in het meer zelf. Zo voelden ze ons even terug in een jeugdbeweging.
Nog wat sfeerbeelden...
We hebben ook een roeiboot gehuurd en we zijn naar een onbewoond eiland gevaren.

dinsdag 11 november 2008

Casa Hogar Nuevo Amanecer (2)

De therapeutische gemeenschap waar ik vrijwilligerswerk doe bestaat slechts 4 jaar, maar heeft al een woelige geschiedenis achter de rug. Het eerste jaar stak het centrum zwaar in de schulden. De directeur hield geen goede boekhouding bij, waardoor de residenten zonder eten vielen, zonder licht, zonder water, ... De chaos was nog groter, want in plaats van te ontwennen werd er gedeald en gebruikten de residenten drugs binnen de muren van het centrum onder het toeziend oog van de begeleiders. Het hoofdkantoor in Arequipa greep in en plaatste de huidige directeur aan het hoofd. Hij had zelf in de gemeenschap in Arequipa verbleven wegens drugsproblemen en was op dat moment (slechts) twee jaar afgekickt. Ik vind het heel bewonderenswaardig dat hij ondanks die puinhoop is rechtgebleven en een werkend centrum op de poten heeft kunnen zetten.

Beetje per beetje raakte het centrum uit de put. Dankzij een financiële injectie van de vader van de directeur kon het centrum verhuizen naar een ander gebouw. Een gebouw dat menswaardig is. Dit stootte op heel wat protest van de buurtbewoners die geen verslaafden in hun buurt wilden. Die zouden hun dochters lastvallen, de buurt op stelten zetten, ... De politie kwam er zelfs aan te pas en de hele buurt verzamelde zich voor de deur van het centrum (herinner de buurtreacties wanneer ze een asielcentrum wouden openen in België). Na heel wat heen en weer gepraat kregen ze toch een kans en vandaag kan het centrum op heel wat respect rekenen in de buurt. Verschillende keren per jaar organiseert het centrum barbecues om inkomsten te verkrijgen, een gebeurtenis waarbij de hele buurt aanwezig is. Daarnaast zoeken ze elk jaar sponsers om met kerstmis iets te organiseren voor de kinderen in de buurt. De kinderen krijgen brood en chocomelk en verzamelen zich rond één tafel. Bij ons misschien weinig betekenisvol, voor de kinderen een waar festijn...

Door schenkingen van vrijwilligers en via andere wegen (er is één resident die er elke dag op uittrekt naar bakkers, winkeliers, ... om te vragen naar een bijdrage) slaagt het centrum er in om elke dag degelijk eten te voorzien, de water - en elektriciteitsrekening te betalen, de telefoonreking te betalen, ... Soms slaagt het centrum er niet in om alle rekeningen te betalen (zo zaten we twee weken geleden zonder telefoonaansluiting), maar dan springt de directeur even bij met het spaargeld dat zijn vader ter beschikking stelt.

Op dit moment is de therapeutische gemeenschap op zoek naar fondsen omdat ze een houtbewerkingsworkshop willen beginnen. Op die manier willen ze meubels maken en verkopen om een vaste inkomst te verzekeren. Er is reeds één machine aanwezig, maar ze hebben nog een tweede machine nodig om aan de slag te kunnen. Ik zou graag iets organiseren om geld te verzamelen hiervoor. Er is reeds een bestelling van 200 houten kaders (ze hebben de machine dus dringend nodig), dus de workshop heeft zeker kans van slagen. Daarnaast heeft een van de residenten jarenlang als houtbewerker gewerkt, dus is de kennis ook aanwezig. De machine kost tussen 300 en 400 euro.
Het is een eerste stap in een langetermijnplan van de directeur. Hij wil een deel van de inkomsten sparen, om uiteindelijk het centrum te kunnen verhuizen naar een plaats met landbouwgrond en ruimte voor kleinschalige veeteelt. Op die manier zou het centrum nog meer inkomsten krijgen en professioneel personeel (dat er momenteel niet is) kunnen verlonen.

maandag 10 november 2008

Retiro Nacional Sobre el Tratamiento de Adicciones (3-5 november)

Samen met de directeur en een aantal hermanos mayores (patiënten die reeds langer in het centrum verblijven) van de therapeutische gemeenschap (TG) waar ik vrijwilligerswerk doe ben ik naar een retiro nacional (een retraite/congres) over verslaving geweest in Arequipa. Ook Thomas (in mijn jaar afgestudeerd als psycholoog en we wonen samen op een apartement) en Marij (waarmee ik samen vrijwilligerswerk doe) waren van de partij. Geen theoretisch gezwam zoals op congressen in België, de drie dagen focusten zich op het ervaren van een TG via simulatie en workshops. Er waren 15 directeurs van verschillende TGs aanwezig en een 50-tal hermanos mayores. Hun kracht en motivatie was zo sterk dat het een onvergetelijke ervaring werd. Dat we bijna niets van Arequipa hebben gezien (het was immers een retraite dus binnen gesloten muren) verdween daarbij in het niets.

De eerste workshop was ik overweldigd en vroeg ik me af waarom ik dit in godsnaam wou doen. Iedereen vroeg 'permiso para hablar', we moesten rechtstaan voor de spreker en toestemming vragen om te gaan zitten, de zaal terug uitgaan omdat we geen toestemming hadden gevraagd 'para entrar' en de stoelen over de grond hadden geschoven. Kortom, waar was ik in godsnaam terecht gekomen. Het werd me echter duidelijk waarom ze dat deden. Op die manier proberen ze een dam te bouwen tegen de impulsiviteit die veel verslaafden kenmerkt. Een rustpauze inlassen om even na te denken over het gedrag dat ze willen stellen. Om dezelfde reden is er ook een strikte hiërarchie binnen de TGs. Als je bijvoorbeeld wil telefoneren dien je een verzoek in te dienen bij de persoon die boven jou staat, die dan weer het verzoek moet doorspelen aan de persoon boven hem, ... Best frustrerend en net daarom een mooie kans voor verslaafden. Drugs is immers een snelweg om die frustratie te ontladen en patiënten moeten een andere weg vinden om met frustratie om te gaan.

We werden zeer open en warm onthaald (we waren de enige niet-Peruanen, zelfs de enige niet (ex)verslaafden want ook alle directeurs zijn ex-verslaafden). Ze leken het zelfs bijzonder sterk te appreciëren dat we wilden deelnemen en spaarden ons niet. Zo namen we deel aan de 'emotiegroep', waarbij iedereen een bezorgdheid of kwaadheid tegenover een groepslid diende te uiten. Dit lijkt heel sterk op de 'encountergroepen' in de Belgische TGs. Er werd gehuild, geroepen, gebruld. De bedoeling is dichter in contact komen met je emoties. Verslaafden hebben immers jarenlang de signalen van hun lichaam genegeerd en zijn dat contact verloren. Het is indrukwekkend om te zien hoe macho's (want dat waren ze wel als je met hen praatte in de pauze) tegelijk zoveel emoties tonen en leven vanuit hun gevoel. In België hou ik die combinatie niet voor mogelijk...

Het waren lange, intense dagen: van 6 uur tot 22 a 23 uur, enkel pauzes om te eten. Naast de 'talleres' (workshops) waren er ook theoretische momenten voorzien. De nauwkeurig voorbereide powerpointpresentaties verdronken vaak in de vele vragen. Eens te meer een uiting van de motivatie die iedereen had.

Het lijkt vreemd dat er geen professionelen aanwezig waren op het congres - dat er in tegendeel zoveel patiënten waren. Toch is dit heel logisch. In vele TGs (zoals deze waar ik werk in Cusco) is geen geld om professionelen te verlonen. De patiënten die reeds langer in het centrum verblijven (de hermanos mayores) verzorgen dan de therapie. Congressen zoals deze trachten hen bagage mee te geven om dit te doen. (En trachten ook ale TGs op een lijn te krijgen om een sterker blok te kunnen vormen. TGs krijgen immers geen subsidies of andere hulp van de overheid, die hen tegelijk heel wat regels oplegt zoals een verplichte voltijdse psychiater, verpleegkundige en psycholoog en een ambulance.) Door de motivatie van de hermanos mayores, de kracht die ze uitstralen en hun ervaringsdeskundigheid kunnen ze soms zelfs meer bereiken dan een professionele hulpverlener. Ze hebben immers meer geloofwaardigheid. Een groot gemis in vele Belgische centra ...

Het congres was ook heel boeiend omdat de TGs in volle groei zijn in Peru. De meeste bestaan slechts 4 a 5 jaar (een uitzondering meer dan 10 jaar) en overal borrelen er nieuwe op die teren op de enthousiaste kracht van een directeur die zelf ervaren heeft hoe diep je kan zitten.

Om af te sluiten een mooie opmerking die ik vaak heb horen vallen:
' La rehabilitación no es para muchos, es para machos.'

woensdag 22 oktober 2008

Nuevo Amanecer

Maandag ging ik van start in het nieuwe project. Nuevo Amanecer is een centrum voor alcohol- en drugsverslaafden met afdelingen in verschillende steden in Peru. De directeur van het centrum in Cusco is zelf een ex-verslaafde, die momenteel 6 jaar clean is.

Bij het kennismakingsgesprek vorige week kreeg ik mijn eerste indruk. Na een rondleiding van 2 minuten hadden ze mij de accomodatie reeds getoond. Er zijn twee grote slaapzalen voor in totaal 30 patiënten. De zalen zijn net groot genoeg om er stapelbedden in te proppen. Stapelbedden met dunne, doorleefde matrassen. De verslaafden lopen meestal op het kleine binnenplein rond, aangezien amper plaats is in de slaapzalen. Op de patio is ook een toilet zonder stromend water en een teracotta kookfornuis (een typisch oud Peruaans kookfornuis waar onderaan houtblokken ingaan om te stoken) onder een afdakje. De verslaafden blijven 14 maanden in het centrum. In tegenstelling tot in vele centra in België komen de patiënten er niet vrijwillig, maar worden ze er binnengebracht door familieleden. Dit maakt dat vele patiënten geen ziete-inzicht hebben. Hun motiveren is dus een belangrijke - en moeilijke - stap.

Aangezien er geen binnenruimte is, gebeurt de groepstherapie in openlucht op het binnenpleintje, onder een zeil. Echt hallucinant als je weet dat de kippen gewoon doorheen de groep lopen tijdens de therapie. Tijdens de eerste therapie die ik meemaakte, was een van de honden Marij (mijn medevrijwilligster) voortdurend aan het aflikken. Niet echt de ideale omstandigheden om therapie te geven dus. Zo begon het gisteren te regenen en moesten we de therapie te beëindigen. Door het lawaai van de druppels op het zeil konden we elkaar immers niet meer begrijpen.

Ik vind het een heel interessant project om te werken, omdat er een basisstructuur aanwezig is waarbinnen ik als vrijwilliger kan werken. Alle afdelingen van Nuevo Almanecer volgen immers hetzelfde (heel strakke) programma, dat vanuit het hoofdbureau in Arequipa wordt gestuurd. De patiënten krijgen (in theorie) verschillende groepstherapieën, sport en een aantal workshops zoals houtbewerking (die momenteel wegens geldgebrek echter niet kunnen doorgaan). Daarnaast koken ze ook zelf. Doordat er een gebrek (eigenlijk ontbreken) van personeel is, kunnen we als vrijwilliger heel wat helpen aan het invullen van de basisstructuur. Eén á twee keer per week komt een psychiater op vrijwillige basis enkele uren langs. Daarnaast is sinds 7 maanden een Nederlandse psychologe 2 uren in de namiddag op vrijwillige basis aan de slag. Het grootste deel van de tijd zijn dus geen professionelen aanwezig en tot voor een half jaar waren er helemaal geen professionelen. De groepstherapie wordt geleid door patiënten die reeds langer aanwezig zijn.

Samen met Marij (een Belgische psychologe) ben ik voor 6 weken als vrijwilliger in het centrum aan de slag. Onze taak is het aanmaken van dossiers over de patiënten (over slechts 5 van de 30 patiënten is informatie aanwezig). We nemen van iedereen een anamnese af. Daarnaast zijn we bezig met het vertalen van psychologisch testmateriaal omdat we de patiënten willen testen op eventuele co-morbide diagnosen zoals depressie, psychotische - en persoonlijkheidsstoornissen. Op dinsdag doen we samen met de psychiater de groepstherapie en plegen we overleg over de patiënten. Op donderdag komen de ouders van de patiënten en doen we met hen aan psycho-educatie. Daarnaast is het de bedoeling om 's morgens met zijn tweeën een aantal thema's te brengen in de groepstherapie, thema's die later door de patiënten die de therapie leiden kunnen worden overgenomen. Een vorige vrijwilligster heeft een behandelingsplan uitgeschreven dat andere professionelen en vrijwilligers kunnen implementeren. Omdat deze echter afwezig zijn, leek het ons beter om te mikken op de groepsleiders en deze wat trachten op te leiden.

vrijdag 17 oktober 2008

Centro Salud Mental Juan-Pablo II (3)

Volgende week verander ik van project. Er komt immers een andere psycholoog-vrijwilliger in mijn plaats. In het centrum werken vele psycholoog-stagiairs. Eigenlijk ligt de nood hierdoor vooral op vlak van infrastructuur, terwijl in het ander project helemaal geen professionelen werkzaam zijn. Over het nieuwe project schrijf ik later meer, eerst wil ik nog even over het Centro Salud Mental schrijven.

De psychiatrie krijgt geen enkele subsidie van de staat. De meeste patiënten betalen zo'n vijf soles (iets meer dan een euro) per dag voor hun behandeling, sommigen kunnen zelfs niets betalen. Het geld komt voornamelijk van een overkoepelende liefdadigheidsinstelling (als ik het goed heb, heeft elke grote stad zo zijn eigen 'Beneficiencia'), die ondermeer een groot hotel in beheer heeft om haar verschillende projecten te kunnen bekostigen. Daarnaast werkt het centrum ook samen met een ziekenhuis. Voor elke patiënt die het ziekenhuis in het centrum kan plaatsen, krijgt het centrum een geldsom.

Het centrum is gevestigd in een oude gevangenis. Eigenlijk zouden ze zich graag in een ander gebouw vestigen, maar de overheid wil hier niet in tussenkomen. Met donaties trachten ze de gevangenis dan maar beetje per beetje op te lappen. Zo zullen mijn ouder verf schenken om de afgebladerde muren wat kleur te geven. Daarnaast is er nood aan stoelen, kledij, regendichte jassen, schoenen, ... Ondanks alle inspanningen van personeel en vrijwilligers blijven de leefomstandigheden - vooral in de gesloten afdeling - erbarmelijk. Mensen die geschokt waren door de reportages van weeskinderen in Roemenië, zouden ook door de omstandigheden hier hun ogen openen. Ik herinner me dat veel mensen na die reportages pleitten voor de sluiting voor die centra. Nu ik hier ben besef ik dat dit echter (in het geval van dit centrum) geen enkele zin heeft, het is immers de enige plaats in de ruime omgeving waar psychiatrische patiënten naar toe kunnen en de mensen die hier werken doen echt hun best om er iets van te maken. Er wordt - binnen de beperkte mogelijkheden die er zijn - schitterend werk geleverd.

Hoeveel verdient een gezin gemiddeld in de omgeving van Cusco?

Het maandloon van een Peruaan varieert sterk naargelang de sector waarin hij/zij werkt, van praktisch niets tot heel veel (in verhouding). Er is dan ook een grote kloof tussen arm en rijk. Je kan hier enorm veel erbarmelijke huizen tegenkomen, maar ook kastelen.

Wat er ook van zij, gemiddeld verdient een Peruaanse familie 500 soles (ongeveer 125 euro) per maand. Het is hallucinant om te zien welk aandeel hiervan naar voedsel gaat als je dit vergelijkt met België. Veel Peruanen gaan uit eten omdat dit gewoonweg veel goedkoper is dan zelf koken. Voor 2 a 3 soles (minder dan 1 euro) kan je een maaltijd met soep, hoofdgerecht en een drankje krijgen. Dit lijkt spotgoedkoop, maar voor een gezin met twee kinderen betekent dit 12 soles per dag. Neem nu zelfs nog 10 soles, dan is dit 300 soles per maand, meer dan de helft van het maandloon van de familie. Veel gezinnen kunnen zich dan ook enkel rijst met aardappelen veroorloven als ze zelf koken.
De huur van een klein huis buiten het centrum (voor 3 mensen, maar men leeft er met meer in) kost maandelijks 200 soles, zonder water, gas en elektriciteit. In het centrum spreekt men enkel in dollars.

Dus, na het betalen van het eten en het huis, blijft eigenlijk niets meer over voor vervoer, kledij, ... Het is dan ook niet verwonderlijk dat er zo veel kinderen moeten werken en zaken verkopen op straat of aanbieden om jou schoenen voor 1 sol te poetsen. Vaak zetten ze hun werk ook na middernacht voort.

donderdag 16 oktober 2008

Project

Deze week ben ik voorlopig slechts twee dagen op het project geweest omdat ik in bed heb gelegen met een serieuze keelontsteking. Maak jullie echter niet ongerust, vandaag sta ik opnieuw volledig op mijn benen.

Vandaag ging ik mee met een patiente die een rechtzaak lopen heeft met haar broer. Ze moest enkele zaken regelen voor haar rechtzaak. Ongelooflijk hoe vaak we van het kastje naar het muurtje werden gestuurd. Uiteindelijk kon de vijfde persoon ons verderhelpen - nu ja, ze moet volgende week terugkomen.

Maandag ontmoette ik een Nederlandse vrouw die drie jaar geleden eigenlijk voor twee maanden naar Cusco kwam, maar is gebleven en ondertussen haar eigen project heeft opgericht. Ik vind het een heel mooi project, omdat het een belangrijke leegte opvult tussen de bestaande projecten. Jongeren mogen immers slechts tot hun achttiende in een weeshuis of in de jeugdgevangenis verblijven, daarna komen ze opnieuw terecht in hun oorspronkelijke omgeving. Er zijn geen instanties of projecten die hen dan begeleiden. Alle gedane inspanningen zijn dan voor niets geweest. De jongeren staan immers met even lege handen als voorheen. Ik heb al heel wat vrijwilligers dit probleem horen aansnijden. Nu, het beperkt zich niet alleen tot Peru of tot die ene sector, ook in Belgie was - is? - er bijvoorbeeld lang geen opvang voor psychiatrische patienten die na hun behandeling het centrum konden verlaten.
De organisatie van die vrouw werkt samen met weeshuizen. Een aantal psychologen helpen de jongeren met het zoeken naar een richting die bij hun interesses en mogelijkheden past, en na hun opleiding helpt de organisatie met het zoeken naar een baan.

dinsdag 14 oktober 2008

Centro Salud Mental Juan-Pablo II (deel 2)

Door alle verhalen over mijn tocht naar Machu Picchu en andere activiteiten zou je als lezer bijna vergeten dat ik hier eigenlijk ben om vrijwilligerswerk te doen en een verlengstuk te breien aan mijn stage (lees: meer ervaring op te doen). In deze 'post' schrijf ik wat meer over het Centro Salud Mental, de plaats waar ik momenteel aan de slag ben.

In het centrum verblijven 3 patiëntengroepen (en er is ook een ambulante dienst). Aangezien ik vooral in groep B werk (patiënten met een psychose/schizofrenie die ongeveer 2 maanden in het centrum blijven), focus ik me in mijn beschrijving vooral op die groep.

De behandeling is grotendeels vergelijkbaar met deze in België. (Dezelfde) medicatie vormt de basis van de behandeling. Daarnaast krijgen patiënten een stevige brok groeps- en individuele therapie voorgeschoteld (vooral gestalttherapie, maar met de familie wordt op zaterdag ook systeemtherapeutisch gewerkt en ik heb ook een aantal cognitief-gedragstherapeutische handboeken gezien). Er wordt ook aan bewegings- en creatieve therapie gedaan. Al deze therapievormen worden voornamelijk door de stagair-psychologen gegeven. (Ik vermoed dat er geen geld is om opgeleide mensen uit elke discipline te betalen.) De stagaires helpen ook met verpleegkundig werk zoals het borstelen van de tanden van de (zwakkere) patiënten uit de gesloten opnameafdeling. Door met de stagairs mee te lopen krijg ik daardoor een breder beeld over psychiatrie dan tijdens mijn stage in België.
Naast twee psychologen en 15 psycholoog-stagairs, zijn er ook een (heel beperkt) aantal dokters, verpleegkundigen, een maatschappelijk werker en een advocaat aan het werk. Ik heb de indruk dat de psychiatrie vooral overeind blijft doordat ze veel stagiaires kunnen inschakelen. Daarnaast bezoeken ook verschillende scholen het centrum om activiteiten te doen met de patiënten en steken ook andere vrijwilligers van buitenaf een handje toe. Door dit alles kunnen de patiënten toch een prima behandeling krijgen, ondanks het beperkte budget.

Ik heb het soms moeilijk met de (Peruaanse?) mentaliteit van de collega-stagiairs in mijn groep. Het werkritme ligt laag. Daarnaast valt vaak een groepssessie weg, de ene keer wegens onderbemanning (dezelfde stagiair-psychologen die instaan voor de groepen moeten ook ambulant de patiënten weten te zien), de andere keer lijkt het gewoon aan de gemoedstoestand van de psycholoog te liggen. Ik moet wel zeggen dat dit laatste beperkt blijft tot de collega's uit mijn groep.

Het grote verschil met België is uiteraard de infrastructuur. Vaak ontbreekt het geld voor dure medicatie, tot voor een maand hadden verschillende patiënten geen matras op te slapen (voor dergelijk comfort is het centrum afhankelijk van giften van buitenaf), er is vaak geen geld om patiënten een degelijke maaltijd voor te schotelen (droge rijst met tonijn is een feestmaal), ...
Een ander voorbeeld is dat we pas vorige week een bibliotheek uit de grond hebben gestampt, met afgeleefde, vermufte boeken die doorheen de jaren achtergebleven waren. Het was heel mooi om te zien hoe tevreden de patiënten hiermee waren en hoe ze elke vijf minuten stonden te popelen om een boek uit te lenen.
Veel patiënten kunnen de behandeling niet betalen (en krijgen quasi gratis behandeling) en hebben dus al zeker geen geld om degelijke kledij te betalen. Daar bovenop kunnen patiënten slechts een keer per week douchen (voor meer ontbreekt het geld), dus ruiken ze helemaal niet fris. Toen ik in het begin van de maand mee ging op een uitstap, zag ik dat er één paar propere kleren is voorzien per patiënt voor dergelijke speciale gelegenheden. Patiënten namen een (veel te groot) trainingspak en een paar versleten schoenen (die doorheen de jaren aan het centrum gedoneerd waren) van een grote berg en konden zo op een waardige manier buiten het centrum gaan.

Tenslotte nog iets over de capaciteit om mensen op te nemen. Het centrum is de enige psychiatrie in de wijde omgeving, waardoor er plaatsgebrek heerst en er wachtlijsten bestaan. Een patiënte vertelde me dat de langdurige residentiële patiënten zonder familie vroegtijdig gedood worden door de medicatie langzaam op te drijven. Of het verhaal klopt weet ik niet. Wat er ook van zij, het licht een tipje op van de omstandigheden waarin vele Peruanen leven. Omstandigheden die toeristen in het centrum van Cusco niet te zien krijgen. Hierover meer in een volgende post.

dinsdag 7 oktober 2008

Machu Picchu Jungle Trail

Van vrijdag tot maandag ben ik samen met een groep vrijwilligers naar Machu Picchu gefietst/getrokken. We mogen dan wel niet echt door de jungle gelopen hebben (in tegenstelling tot de naam van de trektocht), toch was het een fantastische tocht!Vrijdagochtend stonden we om 7u30 paraat op Plaza de Armas en vertrok het busje richting de plaats vanaf waar we met de mountainbike van start gingen gaan. Het reisbureau was echter iets minder paraat, want na 10 minuten stopten we en ging onze gids op zoek naar een laatste mountainbike. Drie kwartier later konden we dan toch vertrekken. Een tocht doorheen kale bergen, groene valleien en langs besneeuwde toppen.
Het hoogste punt van de busrit lag op 4400 meter. Daar stopten we even om foto's te nemen, maar ook omdat de plaatselijke bevolking de kapel binnengaat om voor een veilige afdaling te bidden.
Na een rit van 4 uur, kwamen we aan op de startplaats. We zouden meer dan 2000 meter stijgen tot het hotel. De staat van de mountainbikes was niet om over naar huis te schrijven. Het ventiel van mijn achterband loste voortdurend en toen dit opgelost was merkte ik dat mijn voorwiel wat los zat en mijn versnellingen niet werkten. De gids (twee koppen kleiner dan mij) bood me zijn fiets aan en op mijn geïmproviseerde stuntbike reed ik verder. Eerst fietsten we op een asvaltweg, dat gaf ons de kans om te genieten van het adembenemende landschap. Het grootste deel van de tocht ging over een grindweg, door kleine dorpjes, langs bananenbomen, ... Echt schitterend en leuk om tussen de putten door te laveren en twee keer een overlopende kip te ontwijken. Halverwege onze weg werden we plots opgehouden door een (mini)file. Een vrachtwagen was half uit de bocht gegaan en een tiental mannen trachtte de wagen vanuit de afgrond te trekken met touwen. Na een half uur wachten besloten we om onze volgwagen achter te laten en verder te rijden. Later vernamen we dat de wagen nog een half uur verder ook zijn tocht kon verderzetten.
De tweede dag en de derde dag legden we al wandelend af. We wandelden langs bergpaden, door valeien, over gammele bruggen, over een lift die we zelf moesten besturen, langs bananenbomen, papaja's en ananassen, er vlogen groepen papegaaien over, ... De wandeling van acht uur op de tweede dag werd beloond met zalige warmwaterbronnen, in een bad omringd door verschillende bergtoppen.
Maandagochtend stonden we op om 3 uur om de anderhalfuur durende klim aan te vatten naar Machu Picchu om voor de horde toeristenbussen aan te komen. We wandelden door de gietende regen en waren doorweekt toen we boven kwamen. Bovendien lagen de ruïnes in de mist verscholen en was de gids weinig begrijpbaar. We zouden Waina Picchu (een bergtop vlakbij Machu Picchu) beklimmen om de ruïnes goed te kunnen bekijken, maar dat lukte dus niet wegens de mist. Een grote teleurstelling dus. Gelukkig trok de mist wat op en stopte het met regenen. Het zicht dat we kregen was indrukwekkend: de ruïnes, de groene beboste bergtoppen. Ongelooflijk hoe de Inca's de rotsen hebben uitgehouwd om te gebruiken als funderingen, hoe ze kleilagen aanlegden om water weg te laten lopen, hun stad in de vorm van een puma aan te leggen, ...
Om twaalf uur begonnen we aan de terugtocht: eerst met de trein, daarna een tocht van 7 uur met een minibus. De chaos voor de start van de trein was fantastisch: iedereen stond in de weg van de trein, er lagen nog zakken met groenten in de weg, ... De trein reed ook twee vooruit en achteruit voor hij eindelijk van start ging, stopte schokkend middenin de weg. We deden een uur over de weg die we de dag voordien in 3 uur hadden gewandeld.
De busrit leidde over grindwegen langs diepe afgronden, we hobbelden over onze mountainbikeweg, ... Onderweg werden we opgehouden door werkmannen die stenen van de rotsen aan de kant van de weg in een vrachtwagen stapelden. We moesten wachten tot de vrachtwagen vol was (terwijl de wagen gewoon even aan de kant kon), na een kwartier konden we uiteindelijk verder rijden. Best wel grappig, dat zou in België niet mogelijk zijn.

zondag 28 september 2008

Centro Salud Mental Juan-Pablo II

Deze week is mijn vrijwilligerswerk (ietwat haperend) van start gegaan. Vorige week had ik een gesprek met de administratieve directeur van het centrum. Er was een nieuwe algemene directeur en nieuwe directeurs, nieuwe regels. Vrijwilligers werden niet langer aanvaard. Na wat heen en weer gediscussieer, mocht ik wel beginnen als de directeur van de Spaanse school een officieel document opstelde. Het zou echter twee weken duren voor het document langs de officiële instanties zou komen. Manfred - onze directeur - kwam na heel wat telefoongesprekken tenslotte bij de ex-directrice die ons verzekerde dat ze een woordje zou doen en dat ik toch kon starten op maandag. Toen ik maandag aankwam, wist de administratieve directeur echter van niets en kon ik terug naar af. Manfred belde daarop naar de medische directeur die instaat voor de aanwervingen van betaalde dokters en psychologen. Hij vertelde dat het geen probleem was: ik zou ingeschreven worden als betaalde psycholoog en nadien zouden we mijn statuut veranderen naar stagair of vrijwilliger. Dus, dinsdag ging ik opnieuw naar het centrum en de medische directeur verwelkomde mij heel vriendelijk. Op hetzelfde moment kwam de administratieve directeur echter langs. De twee heren trokken zicht terug en discussieerden een half uur lang. De administratieve directeur kwam met een lang gezicht buiten en ik kon starten...

De eerste twee dagen vielen tegen. In de psychiatrie zijn drie patiëntengroepen en omdat ik niet wist in welke groep ik kon starten, liep ik doelloos rond zonder echt iets te doen. Ik heb/had ook moeite om mij aan het veel lagere werktempo aan te passen, dat zal nog wel even duren. Na een een doelloos rondlopen op donderdag, besloot ik me zelf een groep toe te wijzen en ik begin mijn plaats wat te vinden. Ik zal nu voor 5 weken werken met patiënten met psychotische of persoonlijkheidstoornissen die gemiddeld twee maanden in het centrum verblijven. Daarna schuif ik voor 5 weken door naar een andere afdeling waar vooral patiënten met een alcoholverslaving verblijven. De collega's zijn heel tof, als ik toekom komt iedereen me begroeten (15 vrouwen kussen en 10 mannen een hand geven) en dinsdag gaan we met zijn allen pizza eten. Maandag mag ik de groepstherapie leiden. Interessant is dat psychologen in het centrum ook de bewegingstherapie doen en dat er - op het eerste zicht - veel belang gehecht wordt aan observatie.

maandag 22 september 2008

Nieuwe fotoreeks

Hier een nieuwe reeks foto's. Vorige week was ik voor de laatste dag in het gastgezin, een ideaal om eens te koken. Zo zag de quiche er uit voor hij in de oven ging.

Dit weekend gingen de leraren van de school waar ik Spaans volg naar Puno, vlakbij het Titicacameer, en omdat er twee personen wegvielen kon ik een plaatsje bemachtigen. Deze foto is genomen op een ruilmarkt. Je kan er geen producten kopen met geld, enkel verruilen voor andere producten. De vrouwen en mannen met een donkere hoed zijn getrouwd, de vrouwen die met een gekleurd hoofddeksel zijn vrijgezel.

Deze foto is genomen in een vruchtbaarheidstempel van de inca's. De gids noemde het een paddestoel, wegens niet geschikt voor kinderen.
Hier zie je de alpaqua. Het lijkt op een lama, maar de wol is veel zachter en ook het vlees smaakt veel lekkerder.
Een van de leraressen was jarig. In Peru is het traditie om de kin van de jarige in de taart te drukken. Duidelijk iets te hard geduwd...
Op 4400 meter hoogte met Dina en Jamil van de gastfamilie.

Puno ligt aan de grens met Bolivia en de inwoners gaan er benzine kopen omdat het goedkoper is.
Op de ruilmarkt...

Opnieuw op de ruilmarkt...

Jaja, er bestaat een zoo in Cusco. Gelukkig dat Michel Vandenbossche er nog niet is geweest.

Graan- en aardappelsilo's uit de Incatijd.
Gelukkig hoefden we de stelling niet op...