maandag 24 november 2008

Mail inzamelingsactie

Zoals de meesten onder jullie weten werken Marij en ik als vrijwilligers in Casa Hogar Nuevo Amanecer, een therapeutische gemeenschap voor alcohol- en drugsverslaafden, in Cusco (Peru). Nuevo Amanecer verzorgt de langdurige behandeling en resocialisatie van mannelijke, volwassen drugsverslaafden. In Peru is er geen financiële overheidssteun voor dit soort centra. Het centrum is afhankelijk van de goodwill van buitenstaanders en van de financiële inbreng van de directeur. Nuevo Amanecer ziet zich verplicht om naast de verblijfskosten ook een extra financiële bijdrage te vragen aan de residenten om zijn voortbestaan te verzekeren. Net zoals in België is deze cliëntenpopulatie een kwetsbare groep zonder veel financiële middelen. Maar in tegenstelling tot in België bestaat in Peru voor hen niet het vangnet van een sociale zekerheidssysteem. Families moeten vaak hun laatste spaarcentjes bijeenrapen om hun zoon, man, vader of broer de mogelijkheid tot behandeling te bieden. Velen hebben zelfs deze spaarcentjes niet en vallen dan ook uit de boot.

Net zoals in de therapeutische gemeenschappen in België bestaat in Nuevo Amanecer de behandeling uit een gestructureerd dagprogramma met therapieën en werk. Dit heeft als doel om enerzijds aan de onderliggende problematiek te werken en anderzijds de patiënten aan te leren een gestructureerd, dagdagelijks leven te leiden. De werkactiviteiten kunnen echter niet doorgaan omdat de financiële middelen ontbreken om materiaal aan te kopen. Marij en ik zouden graag, met jullie hulp, ons steentje bijdragen om het centrum de kans te geven om zelf inkomsten te genereren. Zo kan het centrum de middelen aankopen om de werkactiviteiten te laten doorgaan, de levensstandaard binnen het centrum te verhogen en meer verslaafden de mogelijkheid tot behandeling te bieden. Om to the point te komen, ons plan ziet er concreet als volgt uit. Nuevo Amanecer wil een schrijnwerkerij opstarten om de residenten aan het werk te zetten en om de afgewerkte producten te verkopen. Twee vliegen in één klap dus: er is werk en het brengt op. De nodige kennis en vaardigheden zijn aanwezig. Alleen: Nuevo Amanecer beschikt momenteel alleen over een zaagmachine. Zo kunnen ze geen afgewerkte produkten leveren. Hiervoor zijn twee andere machines nodig: een schuurmachine en een freesmachine.

Marij en ik willen geld inzamelen om dit te bekostigen. En hiervoor kloppen we dus bij jullie aan. Eén machine kost ongeveer 500 euro. We willen jullie vragen een bijdrage te storten op het volgende rekeningnummer 979-5769768-19 op naam van ‘Casa Hogar Nuevo Amanecer’. We beseffen dat velen onder jullie studenten zijn en dat jullie ook wel eens krap bij kas zitten. We willen benadrukken dat - geef je nu 1 euro of 20 euro - we met elke bijdrage supertevreden zijn. De rekening sluit af op 9 december zodat we de kans krijgen om met de directeur de machine(s) aan te schaffen. Het verslag hiervan komt zeker nog in jullie e-mailbox terecht. We zouden graag zoveel mogelijk mensen bereiken, dus als jullie deze mail kunnen doorsturen naar vrienden en familie zouden we heel gelukkig zijn. Alvast bedankt voor jullie steun en tot binnenkort in België!
Rein Deconinck en Marij Verwaest
P.S.: Voor een interview met de directeur klik hier en voor meer foto's klik hier.

Interview met Juan Carlos Aguilar Walstrhon, directeur van Casa Hogar Nuevo Amanecer te San Jeronimo, Cusco

Juan Carlos, kan u ons vertellen wat voor centrum Nuevo Amanecer is?
Nuevo Amanecer is een centrum waar verslaafde mannen terecht kunnen. In het centrum rehabiliteren deze mannen gedurende 14 maanden. De eerste drie dagen van hun verblijf krijgen ze de kans om uit te rusten en te wennen aan de nieuwe omgeving: Vanaf de vierde dag nemen ze deel aan het gestructureerde dagprogramma.
Na het programma helpen wij hen eveneens met hun resocialisatie. De mannen blijven voor de rest van hun leven deel van de familie die we hier vormen. Ze mogen steeds opnieuw bij ons aankloppen.

Hoe is het centrum ontstaan?
Vier jaar geleden werd het centrum in Cusco geopend. We zijn met 18 mannen uit het centrum van Arequipa naar hier gekomen om het centrum op te richten. Gedurende een half jaar gingen we dag in dag uit werken om geld te verdienen om de huishuur en andere onkosten te betalen. Ik verkocht bijvoorbeeld balpennen op straat. Anderen verkochten snoepjes, toiletpapier en dergelijke op de bus of gingen van deur tot deur. Na een half jaar begon het centrum financieel gezien stevig genoeg op zijn benen te staan. Ik besloot toen terug naar Arequipa te keren om mijn rehabilitatie van 14 maanden af te maken.

Hoe bent u toen terug in Cusco terechtgekomen?
Een aantal maanden na mijn terugkeer naar Arequipa kwam de executieve directeur naar me toe. Hij vertelde me dat er heel wat problemen waren in het centrum van Cusco. Het was niet helemaal duidelijk wat er aan de hand was. De directeur van Arequipa vroeg me naar Cusco terug te keren een kijkje te gaan nemen en de aanwezige problemen op te lossen. Eigenlijk wilde ik mijn programma in Arequipa gewoon afmaken en een leven buiten het centrum beginnen. Ik was de directeur echter erg dankbaar voor al zijn hulp bij mijn rehabilitatie en vond het moeilijk te weigeren. Samen met drie andere ‘hermanos’ (Zo noemen de drugsverslaafden die samen in een programma zitten elkaar. Ze beschouwen elkaar als familie.) ging ik naar Cusco. Hier trof ik het centrum in dramatische toestand aan. Het was geëvolueerd tot een toevluchtsoord voor verslaafden. Al het verdiende geld werd aan drugs besteed en de mannen gebruikten drugs in het centrum zelf. De rekeningen van het licht en de elektriciteit waren al in geen maanden meer betaald.

Wat hebt u gedaan om de zaken terug op orde te stellen?
Nadat ik contact had opgenomen met de directeur van Arequipa, zond die mij onmiddellijk een fax met een autorisatie tot directeurschap over het centrum van Cusco. Ik stapte naar de hermanos van Cusco en vertelde hen dat ik heel andere ideëen had over hoe de zaken in het centrum moesten verlopen en dat alles ging veranderen. Zij die het niet met mij eens waren, konden vertrekken. Uiteindelijk bleven er nog vier hermanos over. Sinds toen ben ik directeur van het centrum.

Hoe hebt u het directeurschap over een centrum met zoveel problemen aangepakt?
Het begin was zeer moeilijk. Er waren weinig inkomsten. Er was geen water of licht. De politie stond regelmatig voor de deur omwille van problemen met ex-bewoners. In de buurt had het centrum een zeer slechte reputatie doordat de buurtbewoners de voorgaande maanden last hadden ondervonden. Op een bepaald moment besloot de huisbazin ons bovendien uit het huis te zetten. In eerste instantie wou ze al onze bedden en het weinige keukengerei dat we hadden, in beslag nemen als garantie voor de schulden die we nog hadden. Ik zei haar dat dit niet mogelijk was. Waar zouden we slapen en hoe zouden we eten? Dit had de aanleiding tot herval van alle hermanos geweest kunnen zijn. Na een lang gesprek besloot ze me uiteindelijk te vertrouwen. Ik beloofde de schuld in de toekomst terug te betalen. Toen verhuisden we naar een ander district van Cusco, naar een huis met zeer weinig ruimte en faciliteiten. Eigenlijk was het onmogelijk om daar als groep te leven maar op dat moment hadden we geen andere keuze.

Hoe voelde u zich in deze situatie waarin u eigenlijk onvrijwillig beland bent?
Het was echt moeilijk. We waren volledig terug bij af. Ik was erg ongelukkig en er waren momenten waarop ik terug aan druggebruik dacht. Er was echter een stem in mij die me zei dat ik verder moest gaan met dit plan. De stem zei me dat ik niet mocht opgeven. Dit idee gaf me op een bepaalde manier een gevoel van vrede.

Wat hebt u gedaan om uit deze moeilijke situatie te raken?
Ik heb lang gezocht naar een ander huis maar ik had eigenlijk niet genoeg geld. Op een bepaald moment vond ik het perfecte huis in San Jeronimo waarop ik een gesprek met de huisbaas had. Ik vertelde hem wat mijn plan was en met hoeveel hermanos we waren. De huisbaas zei me dat ik wettelijk gezien een waarborg moest betalen. Dat kon ik niet, dus moest het plan opnieuw uitgesteld worden.
De enige uitweg die ik na een tijdje nog zag, was contact opnemen met een Nederlandse vrijwilligster die ik kende uit het centrum in Arequipa. Ze had me ooit gezegd dat als ik in de problemen zat, ze mij zou proberen te helpen. Ik belde haar dus op en legde de situatie uit. In eerste instantie zei ze me dat ze op dat moment geen geld had om mij te helpen. Ze zou me bellen als ze een oplossing had. Enkele maanden later was het zover. Ze belde me en zei me dat ze me 100 dollar kon lenen. Ze gaf het niet cadeau, ik mocht het lenen. Ik keerde terug naar de huisbaas in San Jeronimo en stelde hem deze waarborg voor. Hij ging akkoord en we konden verhuizen. Dit was een enorme opluchting voor mij.

Bracht het nieuwe huis de verbetering waarop u gehoopt had?
Ja, toch wel. In het begin moest ik alles zelf doen. Ik moest de mensen ontvangen, koken, de groep organiseren, geld bij elkaar zoeken etc. Al heel snel begon alles op gang te komen. Ex-verslaafden die ik kende van vroeger kwamen naar hier en hielpen me met de organisatie. Ze steunden mij. Vanaf het begin waren er ook buitenlandse vrijwilligers. Naast de praktische hulp die ze me gaven, hielpen ze me vaak met de financiële kant van de zaak. Ze kochten voedsel en materiaal voor het centrum.
Mettertijd zijn we als centrum heel erg gegroeid. We hebben nu bedden, een bureau, twee televisietoestellen, een computer etc. Er werkt hier nu ook een psychiater als vrijwilliger.

Wat wil u nog bereiken in de toekomst?
Mijn droom is om het centrum tot een soort boerderij om te vormen. We zouden hier gewassen kunnen kweken en vee kunnen houden. Daarmee zouden we dan geld kunnen verdienen. Op die manier zouden we veel meer mensen kunnen helpen die geen geld bezitten om een behandeling te betalen. We staan nu echter nog ver van de vervolmaking dat plan. We hebben het geld niet om materiaal te kopen.

Hoe slagen jullie er momenteel in om financieel rond te komen?
We krijgen geen steun van de regering. Alle patiënten betalen voor hun bed en hun voeding. De prijs die we daarvoor vragen, bedraagt 10 sol per dag (ongeveer 2,5 euro). Daarnaast vragen we aan alle patiënten een bijdrage van 300 dollar voor hun volledige verblijf van 14 maanden. Deze bijdrage gebruiken we om de onkosten van het huis te betalen en om huizen op andere plaatsen in Peru te openen. Heel wat patiënten kunnen dit echter niet betalen. Voor hen verlaag ik het bedrag.
Bovendien hebben mijn ouders de laatste jaren terug vertrouwen gekregen in mij en geven ze me een maandelijkse geldsom om het huis staande te houden. Daarnaast zijn er de vrijwilligers die vaak materiaal en voedsel voor ons kopen.

Aan welke middelen ontbreekt het jullie nog?
De keuken die in het centrum aanwezig is, is heel basaal. Daarvoor hebben we nog heel wat spullen nodig. We koken op een aarden oven met een houtvuur, waardoor de pannen en potten snel verslijten.
Onze matrassen vervangen we elke acht maanden. Het zijn dunne matrassen van katoen. We hebben geen geld om duurzame – en duurdere – matrassen aan te schaffen.
Ik zou graag een aantal fitnesstoestellen aankopen. Op het binnenplein is geen plaats om aan sport te doen. Sport is nochtans belangrijk in het desintoxicatieproces. De bewoners kunnen tijdens het sporten hun frustraties uitwerken.
Tenslotte willen we een schrijnwerkerij opstarten om eigen inkomsten te generen en minder afhankelijk te zijn van giften.

Kan je ons iets meer vertellen over die schrijnwerkerij?
Een aantal jaren geleden kwam een Nederlandse vrijwilligster voor ons werken, Diana Thomas. Deze vrouw had in haar thuisland met een gelijkaardige populatie gewerkt. Voor ze bij ons terechtkwam, had ze een ander project in Peru gesteund waarmee ze een erg negatieve ervaring had gehad. Diana had heel wat materiaal geschonken aan dat project. Toen ze een jaar later terugging, was de directrice gaan lopen met al het materiaal. Diana wilde daarom een ander project steunen maar ze wilde zich ervan verzekeren dat haar steun goed terecht kwam.
Gedurende vele maanden heeft ze hier gewerkt. Ze zag dat we in dit centrum heel gemotiveerd zijn om verder uit te bouwen. Op het einde van haar verblijf kocht ze een houtbewerkingsmachine voor ons. Ik ben de zaagmachine samen met haar gaan kopen om haar te tonen dat we haar geld niet voor andere dingen zouden gebruiken. We hebben nu echter nog twee werktuigen nodig om van start te kunnen gaan: een schuurmachine en een machine om het hout uit te snijden zodat de verschillende onderdelen in elkaar passen.
Wat giften betreft, werk ik trouwens altijd op die manier: ik aanvaard geen cash geld van vrijwilligers maar ik ga samen met hen de aankopen doen waarvoor hun giften bestemd zijn. Ik wil dat ze weten dat hun steun zijn doel bereikt. Vaak ben ik met vrijwilligers naar de supermarkt gereden om rijst en andere voeding te kopen. Ik vind het belangrijk dat ze zien dat we geen misbruik maken van hun hulp.

We kunnen ons inbeelden dat het moeilijk is om van start te gaan met een schrijnwerkerij. Welke toekomst ziet u voor dit project?
Onlangs heeft Fairplay, een Spaanse school, ons gecontacteerd. Ze willen 220 houten kaders laten maken waarin ze reclame kunnen ophangen voor hun school. De wet verbiedt immers dat affiches rechtstreeks op de muur worden aangeplakt. Ze hebben ons gevraagd een offerte op te stellen.
We hebben namelijk concurrentie van de gevangenis die ook een schrijnwerkerij heeft. Doordat zij overheidssteun ontvangen kunnen ze de elektriciteitskosten uit hun offerte houden. Bovendien konden ze door die steun machines aankopen, terwijl wij deze momenteel moeten huren en in onze offerte verwerken. Als we machines zouden bezitten, zou het gemakkelijker zijn om op de markt te concurreren.

Stel dat we geld inzamelen voor éen machine, zou dit jullie verder helpen?
Zeker, dan zouden we één machine minder moeten huren. Met de extra inkomsten zouden we ons na verloop van tijd de laatste machine kunnen aanschaffen.

Zijn er ook andere bestellingen?
Fairplay heeft ons beloofd dat er andere bestellingen zullen volgen als ze tevreden zijn over ons werk. Binnenkort moeten ze hun deuren vervangen en nieuwe ramen plaatsen. Bovendien gaat mond aan mond reclame zeer snel als iemand tevreden is over je werk.

Bedankt voor je tijd en veel succes met je project!
MARIJ VERWAEST - REIN DECONINCK
21/11/2008

vrijdag 21 november 2008

Casa Hogar Nuevo Amanecer: foto's

Hieronder kan je enkele foto's terugvinden om wat een idee te krijgen over het centrum 'Casa Hogar Nuevo Amanecer'.

Dit is de directeur van het centrum, in de oficina. Het secretariaat dient tegelijk als ruimte waarin de individuele therapieën doorgaan. Best wel vervelend, aangezien er voortdurend mensen binnen en buiten lopen, telefoons aankomen, ... De computer, telefoon en fax heeft de directeur zelf aangeschaft en ter beschikking gesteld van het centrum.
Eén van de twee slaapzalen. In één slaapzaal slapen 15 hermanos.
Luis Beltran, één van de hermanos, rustend op zijn bed. Tijdens werkongeval heeft hij zuur over zijn gezicht gekregen.
Het kookfornuis bestaat uit een aarden oven in openlucht, beschermd tegen de regen door een zeil. Er wordt gestookt met houtblokken.
Naast het koken, doen de hermanos ook hun eigen was.
De groepstherapie gebeurt buiten onder een zeil omdat er geen binnenruimte aanwezig is waarin alle hermanos samen passen. Met het beginnende regenseizoen is dit een probleem. Als er regen op het zeil valt moeten we de therapie immers stopzetten omdat we elkaar niet kunnen horen. Zo loopt het ook vol kippen op het binnenplein die door de therapie heen lopen, honden die aan je hand likken, als er vliegtuigen overvliegen moeten we even stoppen omdat we elkaar niet kunnen begrijpen...
Twee hermanos die de tijd doden.
De hermanos houden elke dag strikt een dagboek bij waarin ze over hun activiteiten en gevoelens schrijven. Bij gebrek aan een tafel in de slaapzaal, gebruikt Gonzalo de strijkplank als tafel.

zondag 16 november 2008

Isla Del Sol

Na het congres, zijn we met zijn drieën doorgereisd naar Bolivia om ons visum te verlengen. Het werd een blitsbezoek - maar wel een om niet te vergeten - van 3 dagen. In Copacabana namen we de boot naar Isla del Sol (in het Titicacameer), waar we twee nachten doorbrachten.

Aan de grens van Peru en Bolivia moest al onze bagage uit de bus, om over te laden op een andere bus. De maatschappij had immers geen licentie om over te steken. Te voet over de grens, een aparte ervaring.


De binnenkoer van ons hotel. Geen stromend water, douchen moest je doen in het meer zelf. Zo voelden ze ons even terug in een jeugdbeweging.
Nog wat sfeerbeelden...
We hebben ook een roeiboot gehuurd en we zijn naar een onbewoond eiland gevaren.

dinsdag 11 november 2008

Casa Hogar Nuevo Amanecer (2)

De therapeutische gemeenschap waar ik vrijwilligerswerk doe bestaat slechts 4 jaar, maar heeft al een woelige geschiedenis achter de rug. Het eerste jaar stak het centrum zwaar in de schulden. De directeur hield geen goede boekhouding bij, waardoor de residenten zonder eten vielen, zonder licht, zonder water, ... De chaos was nog groter, want in plaats van te ontwennen werd er gedeald en gebruikten de residenten drugs binnen de muren van het centrum onder het toeziend oog van de begeleiders. Het hoofdkantoor in Arequipa greep in en plaatste de huidige directeur aan het hoofd. Hij had zelf in de gemeenschap in Arequipa verbleven wegens drugsproblemen en was op dat moment (slechts) twee jaar afgekickt. Ik vind het heel bewonderenswaardig dat hij ondanks die puinhoop is rechtgebleven en een werkend centrum op de poten heeft kunnen zetten.

Beetje per beetje raakte het centrum uit de put. Dankzij een financiële injectie van de vader van de directeur kon het centrum verhuizen naar een ander gebouw. Een gebouw dat menswaardig is. Dit stootte op heel wat protest van de buurtbewoners die geen verslaafden in hun buurt wilden. Die zouden hun dochters lastvallen, de buurt op stelten zetten, ... De politie kwam er zelfs aan te pas en de hele buurt verzamelde zich voor de deur van het centrum (herinner de buurtreacties wanneer ze een asielcentrum wouden openen in België). Na heel wat heen en weer gepraat kregen ze toch een kans en vandaag kan het centrum op heel wat respect rekenen in de buurt. Verschillende keren per jaar organiseert het centrum barbecues om inkomsten te verkrijgen, een gebeurtenis waarbij de hele buurt aanwezig is. Daarnaast zoeken ze elk jaar sponsers om met kerstmis iets te organiseren voor de kinderen in de buurt. De kinderen krijgen brood en chocomelk en verzamelen zich rond één tafel. Bij ons misschien weinig betekenisvol, voor de kinderen een waar festijn...

Door schenkingen van vrijwilligers en via andere wegen (er is één resident die er elke dag op uittrekt naar bakkers, winkeliers, ... om te vragen naar een bijdrage) slaagt het centrum er in om elke dag degelijk eten te voorzien, de water - en elektriciteitsrekening te betalen, de telefoonreking te betalen, ... Soms slaagt het centrum er niet in om alle rekeningen te betalen (zo zaten we twee weken geleden zonder telefoonaansluiting), maar dan springt de directeur even bij met het spaargeld dat zijn vader ter beschikking stelt.

Op dit moment is de therapeutische gemeenschap op zoek naar fondsen omdat ze een houtbewerkingsworkshop willen beginnen. Op die manier willen ze meubels maken en verkopen om een vaste inkomst te verzekeren. Er is reeds één machine aanwezig, maar ze hebben nog een tweede machine nodig om aan de slag te kunnen. Ik zou graag iets organiseren om geld te verzamelen hiervoor. Er is reeds een bestelling van 200 houten kaders (ze hebben de machine dus dringend nodig), dus de workshop heeft zeker kans van slagen. Daarnaast heeft een van de residenten jarenlang als houtbewerker gewerkt, dus is de kennis ook aanwezig. De machine kost tussen 300 en 400 euro.
Het is een eerste stap in een langetermijnplan van de directeur. Hij wil een deel van de inkomsten sparen, om uiteindelijk het centrum te kunnen verhuizen naar een plaats met landbouwgrond en ruimte voor kleinschalige veeteelt. Op die manier zou het centrum nog meer inkomsten krijgen en professioneel personeel (dat er momenteel niet is) kunnen verlonen.

maandag 10 november 2008

Retiro Nacional Sobre el Tratamiento de Adicciones (3-5 november)

Samen met de directeur en een aantal hermanos mayores (patiënten die reeds langer in het centrum verblijven) van de therapeutische gemeenschap (TG) waar ik vrijwilligerswerk doe ben ik naar een retiro nacional (een retraite/congres) over verslaving geweest in Arequipa. Ook Thomas (in mijn jaar afgestudeerd als psycholoog en we wonen samen op een apartement) en Marij (waarmee ik samen vrijwilligerswerk doe) waren van de partij. Geen theoretisch gezwam zoals op congressen in België, de drie dagen focusten zich op het ervaren van een TG via simulatie en workshops. Er waren 15 directeurs van verschillende TGs aanwezig en een 50-tal hermanos mayores. Hun kracht en motivatie was zo sterk dat het een onvergetelijke ervaring werd. Dat we bijna niets van Arequipa hebben gezien (het was immers een retraite dus binnen gesloten muren) verdween daarbij in het niets.

De eerste workshop was ik overweldigd en vroeg ik me af waarom ik dit in godsnaam wou doen. Iedereen vroeg 'permiso para hablar', we moesten rechtstaan voor de spreker en toestemming vragen om te gaan zitten, de zaal terug uitgaan omdat we geen toestemming hadden gevraagd 'para entrar' en de stoelen over de grond hadden geschoven. Kortom, waar was ik in godsnaam terecht gekomen. Het werd me echter duidelijk waarom ze dat deden. Op die manier proberen ze een dam te bouwen tegen de impulsiviteit die veel verslaafden kenmerkt. Een rustpauze inlassen om even na te denken over het gedrag dat ze willen stellen. Om dezelfde reden is er ook een strikte hiërarchie binnen de TGs. Als je bijvoorbeeld wil telefoneren dien je een verzoek in te dienen bij de persoon die boven jou staat, die dan weer het verzoek moet doorspelen aan de persoon boven hem, ... Best frustrerend en net daarom een mooie kans voor verslaafden. Drugs is immers een snelweg om die frustratie te ontladen en patiënten moeten een andere weg vinden om met frustratie om te gaan.

We werden zeer open en warm onthaald (we waren de enige niet-Peruanen, zelfs de enige niet (ex)verslaafden want ook alle directeurs zijn ex-verslaafden). Ze leken het zelfs bijzonder sterk te appreciëren dat we wilden deelnemen en spaarden ons niet. Zo namen we deel aan de 'emotiegroep', waarbij iedereen een bezorgdheid of kwaadheid tegenover een groepslid diende te uiten. Dit lijkt heel sterk op de 'encountergroepen' in de Belgische TGs. Er werd gehuild, geroepen, gebruld. De bedoeling is dichter in contact komen met je emoties. Verslaafden hebben immers jarenlang de signalen van hun lichaam genegeerd en zijn dat contact verloren. Het is indrukwekkend om te zien hoe macho's (want dat waren ze wel als je met hen praatte in de pauze) tegelijk zoveel emoties tonen en leven vanuit hun gevoel. In België hou ik die combinatie niet voor mogelijk...

Het waren lange, intense dagen: van 6 uur tot 22 a 23 uur, enkel pauzes om te eten. Naast de 'talleres' (workshops) waren er ook theoretische momenten voorzien. De nauwkeurig voorbereide powerpointpresentaties verdronken vaak in de vele vragen. Eens te meer een uiting van de motivatie die iedereen had.

Het lijkt vreemd dat er geen professionelen aanwezig waren op het congres - dat er in tegendeel zoveel patiënten waren. Toch is dit heel logisch. In vele TGs (zoals deze waar ik werk in Cusco) is geen geld om professionelen te verlonen. De patiënten die reeds langer in het centrum verblijven (de hermanos mayores) verzorgen dan de therapie. Congressen zoals deze trachten hen bagage mee te geven om dit te doen. (En trachten ook ale TGs op een lijn te krijgen om een sterker blok te kunnen vormen. TGs krijgen immers geen subsidies of andere hulp van de overheid, die hen tegelijk heel wat regels oplegt zoals een verplichte voltijdse psychiater, verpleegkundige en psycholoog en een ambulance.) Door de motivatie van de hermanos mayores, de kracht die ze uitstralen en hun ervaringsdeskundigheid kunnen ze soms zelfs meer bereiken dan een professionele hulpverlener. Ze hebben immers meer geloofwaardigheid. Een groot gemis in vele Belgische centra ...

Het congres was ook heel boeiend omdat de TGs in volle groei zijn in Peru. De meeste bestaan slechts 4 a 5 jaar (een uitzondering meer dan 10 jaar) en overal borrelen er nieuwe op die teren op de enthousiaste kracht van een directeur die zelf ervaren heeft hoe diep je kan zitten.

Om af te sluiten een mooie opmerking die ik vaak heb horen vallen:
' La rehabilitación no es para muchos, es para machos.'