woensdag 24 december 2008

Bedankingsmail inzamelingsactie



Cusco - Peru, december 2008

¡Buenos días familia, amigos y simpatizantes!
Deze keer komen we niet aankloppen om geld te vragen. We willen jullie in naam van het centrum bedanken voor jullie financiële steun. Bovendien ervoeren de directeur en de residenten het ook als een morele steun dat er in het verre België interesse is voor een therapeutische gemeenschap in het verre Peru. Jullie kregen € 1600 bijeen, veel meer dan Marij en ik hadden durven hopen. Onze actie bereikte ook twee kranten.

We gingen samen met de directeur de twee machines kopen voor de schrijnwerkerij: een schuurmachine en een freesmachine. Toen bleef nog een pak soles over. We kochten nog drie kleinere machines aan zodat fijne, afgewerkte producten kunnen worden gemaakt. We namen eveneens een polijstmachine over van een resident die zelf schrijnwerker is. Hij heeft dringend een medicinale behandeling nodig. Aangezien hij momenteel geen inkomsten heeft (hij verblijft immers in het centrum) en hij geen familie heeft die de behandeling voor hem kan bekostigen, was dit voor hem de enige kans om de medicatie te betalen. We kochten dertig matrassen en heel wat voedsel. Tenslotte zorgden we voor nieuw kookgerei: er was dringend een nieuwe grote kookpot nodig en er waren niet genoeg tassen, borden en bestek voor alle residenten.
Een klein bedrag reserveerden we voor Centro Salud Mental, een psychiatrische instelling waar Rein een maand vrijwilligerswerk deed. Ook Joris, de vriend van Marij, liep stage in dit project. De psychiatrie krijgt geen overheidssteun en hangt af van liefdadigheid. Financiële steun is voor hen dus meer dan welkom. Het geld werd gebruikt om een lekkend dak te herstellen en om papier en pennen te kopen.

Wat is de slaagkans van het schrijnwerkerijproject?

Er zijn momenteel twee residenten aanwezig die reeds jarenlang als schrijnwerker aan de slag zijn. Zij zullen de schrijnwerkerij begeleiden en de andere residenten opleiden. Eén van hen genoot zijn opleiding in Peru, de andere in Buenos Aires (Argentinië). Op deze manier leren de residenten nieuwe vaardigheden en bovendien kunnen de eindproducten verkocht worden om inkomsten voor het centrum te verzekeren.
We blijven in contact met de directeur van Nuevo Amanecer en met de vrijwilligerscoördinator van de Spaanse school die samenwerkt met het centrum. We houden jullie op de hoogte.

We willen het nog eens herhalen: Marij en ik waren aangenaam verrast door jullie massale steun. Heel erg bedankt!

Groeten,

Rein Deconinck en Marij Verwaest

Voor foto's, klik hier.

Foto's inzamelingsactie



donderdag 11 december 2008

Een week in de selva (4/12 - 10/12)


Donderdag vertrok ik met het vliegtuig richting Puerto Maldonado om een week in de selva (de jungle) door te brengen. Er was weinig bewolking, ideaal om de selva vanuit het vliegtuig te bekijken. Het was een prachtig zicht: een groen, dicht woud waar een bruine slang door kronkelde. Hier en daar werd de rivier bevoorraad door kleine, grilligere zijrivieren.

Toen ik uit het vliegtuig stapte werd ik achteruit geslagen door een warmtegolf. Het was zo'n 30 graden, maar vooral de luchtvochtigheidsgraad drukte me neer. Na een busrit van een uur, stapten we over in een boot. We vaarden anderhalf uur over de machtige Tambopata-rivier en kwamen aan in de lodge van Explorer's Inn. Het is niet voor niets dat National Geographic al meermaals is langsgekomen: het Tambopata-reservaat bezit de grootste diversiteit ter wereld op vlak van vogels en vlinders.


Na het vallen van de avond maakten we ons op voor een zoektocht naar kaaimannen. Gewapend met een fel spotlicht voeren we de Tambopata af. Het eerste kwartier zagen we niets, de spanning was te snijden. De consternatie was dan ook groot toen we in de verte twee rode puntjes zagen oplichten: de spotlicht werd gereflecteerd in de ogen van een kaaiman. We konden vrij dicht naderen: het was een klein exemplaar, maar daarom niet minder mooi om te zien.


Vrijdag stonden we om 4 uur op om vroeg bij de cocococha (cocha is donker meer) aan te komen. 's Ochtends is het immers frisser en dit is het beste moment voor de dieren om naar het meer te trekken. De verhoopte otters zagen we niet, wel drie soorten apen - al was het van heel ver. We maakten kennis met de 'stinkvogel' (die de punkers duidelijk ver voor was), met reusachtige sprinkhanen, de 'erotic tree' (kijk naar de foto en de naam wordt duidelijk), een zonnende schildpad, de kleurrijke 'weaving bird', ...

Ik vond de jungle eerst wat teleurstellend: de begroeiing was veel minder dicht dan ik had verwacht. Al zagen we verschillende bomen van 500 jaar oud (stel je voor: ten tijde van de Inca's zijn ze geboren), toch vond ik de naam oerwoud niet echt op zijn plaats. Dit was voor mij een gewoon bos, maar dan met andere planten. Jong en dynamisch. Na een tijdje zag ik dat deze dynamiteit net heel mooi en interessant is. De 'walking palm tree' is een uitstekend voorbeeld van het feit dat bomen net als mensen ook leven. Deze boom 'wandelt' door het bos op zoek naar zonlicht. Het laat wortels groeien in de gewenste richting en stopt de toevoer naar de wortels in de andere richting waardoor deze afsterven.
's Avonds deden we een nachtwandeling. De gids waarschuwde ons meermaals voor een troep 'bullet ants'. Dit zijn primitieve mieren die je tegelijk bijten en steken. Een pijnlijke beet die doorstraalt naar je hart. Bovendien is het gif zo sterk dat je een aantal uren met koorts in bed kan belanden. Opletten geblazen dus terwijl we kikkers zagen, een kleine slang, tarantulla's ter grootte van een hand, een vogel op een halve meter van ons. We zagen ook een 'hummingburd' slapen in zijn nest.

De dag nadien werden we gewekt door een oorverdovend lawaai. Het bleken brulapen te zijn, de luidste dieren ter wereld. Op de mens na, merkte iemand fijntjes op. Geen nood, we moesten toch om 5 uur op om naar een 'clay lick' te gaan. Elke morgen komen honderden vogels zich voeden met de klei. Die bevat bepaalde mineralen die ze nodig hebben om de vruchten die ze eten te kunnen verteren. Vanuit onze schuilplaats zagen we talloze groene parkieten en kleurrijke papegaaien. Heel mooi! Toen we terug bij de lodge kwamen, wachtte me een onaangename verrassing in mijn kamer. Op de muur zat een wolfspin van zo'n 10 a 15 centimeter groot. Ik riep er onze gids bij. Blijkbaar kan je hoge koorts krijgen na een beet en zelfs sterven als je eraan allergisch bent. De gids haalde er dus de deet bij om de spin te doden, maar de spin sprong heel snel weg. Gelukkig was er de volgende dagen geen spoor meer te vinden van de spin. In de namiddag konden we de brulapen van dichtbij bewonderen. We sloten de dag af met een andere nachtwandeling.

De volgende dag vertrokken mijn groepsleden. Ik bleef drie extra dagen zonder aan een programma vast te hangen. Zondag ging ik mee met Jasmine en Jack, twee pas afgestudeerde Engelse biologen die samen met me waren aangekomen. Ze blijven zes maanden in de lodge om mee te helpen aan lopende wetenschappelijke onderzoeken. Ze verkenden een aantal minder belopen wandelpaden. Verschillende keren verdween het pad en moesten we het vervolg van de weg zoeken. Een avontuurlijke en mooie wandeling. Het hoogtepunt ervan was een familie tamarinapen die onze weg kruiste en net boven ons hoofd bleef zitten. De rest van de dag was minder interessant en verveelde ik me.

Ik besloot dan ook actie te ondernemen en kon Esvan strikken als gids. Hij is 50 jaar en leeft reeds zijn volledige leven in de buurt van de lodge. We gingen op pad met mijn vraag om meer te weten te komen over medicinale planten en bomen. Het werd een zeer boeiende wandeling. Hij liet me middelen zien tegen depressie, hoofdpijn, ontstekingen, ulcera's, insectenbeten, impotentie, middelen om de inwendige genezing te bespoedigen na een operatie, tegen malaria, tegen beginnende AIDS-symptomen, anasthetische planten, ... Hij kapte ook een liaan in tweeën. Van buitenaf zag die er heel droog uit, maar er stroomde wonder boven wonder water uit. Heel lekker en het zou goed zijn ter preventie van ulcera's. Toen ik in de zon van de wandeling aan het bekomen was, kleurde de hemel plots donker. De ene minuut zat ik nog te bakken, de volgende minuut barstte een onweer los en was ik kletsnat.
Het eten in de lodge was heerlijk. Omdat we met een kleine groep waren (ik was de enige toerist, de rest waren wetenschappers die voor een langere tijd blijven) kon de kok zich die middag een fantasietje veroorloven. Ons eten werd opgediend in bamboestokken! Even gieten en daar waren de kip en de groenten.

Het onweer waaide over en ik kon in de namiddag samen met Esvan naar de andere kant van de rivier om andere medicinale planten te bekijken. Zijn zus woont daar. De 'La Torre' community woont vlakbij de lodge. Ze wonen echter niet in een dorp zoals wij dat kennen, maar verspreid over een grotere oppervlakte. Elke familie bezit een enorm stuk land. Ik werd er vriendelijk ontvangen en kreeg chicha van juca aangeboden. Stukken beter dan de zure maïsvariant!

's Avonds kon ik met een Spaans koppel opnieuw op kaaimanjacht. Een groot succes want we konden tot op een meter van een kaaiman naderen. Het duurde 10 minuten voor hij er genoeg van kreeg en voor het ruime sop koos. 'National geographic', riep de Spanjaard achteraf enthousiast.

De volgende dag nam Esvan memee naar Cocococha, het meer waar ik de eerste dag was geweest, om een aantal medicinale waterplanten te zien. We voeren deze keer de andere richting uit. Eigenlijk is verboden, behalve voor enkele wetenschappers met een specifieke wetenschappelijke opdracht, maar als local mocht Esvan blijkbaar iets meer. We zagen slechts twee medicinale planten, maar kregen deze keer wel de otters te zien. In volle actie dan nog wel want ze waren vissen aan het eten. We konden zo dicht komen dat het gekraak van de graten hoorbaar was. We hoorden ook een grote kaaiman in het water plonsen, maar konden hem spijtig genoeg niet vinden.

In de namiddag trok ik er allen op uit naar een laguna. Ik volgde braafjes de paden, maar blijkbaar kan je dan ook je oriëntatie verliezen. Na een lange wandeling - die eigenlijk heel kort zou zijn - bleek in in een lus te hebben gewandeld. Heel wat zweet later raakte ik dan toch terug bij de lodge. De frisse pint die ik mezelf als beloning gaf smaakte heerlijk! Daarna viel de duisternis in en kroop ik onder mijn muskietennet om bij kaarslicht deze blog op papier te schrijven en terug te blikken op een geslaagde week ...

De nacht had echter nog een verrassing in petto: een onweer zoals ik het nog nooit heb meegemaakt. Normaal vind ik onweders heel mooi en fascinerend maar deze keer had ik schrik. Het donderde zo krachtig dat de muren beefden en mijn bed zelfs soms in de lucht wipte. Het bliksemde ook voortdurend Heel wat schietgebedjes later ging het onweer liggen en kon ik nog van een paar uur slaap genieten ...

dinsdag 2 december 2008

Trektocht naar Choquequirao (27/11 - 01/12)

Donderdagmiddag vertrok ik samen met Thomas, Dorien en Marlisa richting Choquequirao. Dit complex wordt ook wel eens de tweede Machu Picchu genoemd, alleen heeft het toerisme zijn weg amper gevonden naar deze plaats en is de blootlegging van het complex nog volop aan de gang.

Via een leraar van onze Spaanse school wisten we hoe we zonder reisbureau de trektocht konden organiseren. We zouden met de bus tot in Ramal rijden en van daar een taxi naar Cachora nemen, waar we een gids en ezels konden huren. Na een busrit van drie uur belandden we in het donker ergens in the middle of nowhere. Ramal bleek een kruispunt te zijn waar een vijftal huizen stonden. We konden er inderdaad een taxi nemen, maar we hadden er niet op gerekend dat de mensen op het platteland op het ritme van de natuur leven en de chauffeurs dus al waren gaan slapen. Gelukkig konden we één van de chauffeurs uit zijn bed krijgen. We mochten onze slaapmatjes in zijn 'rommelkot' neerleggen, van zijn slaapkamer gescheiden door een dunne muur. De arme man zal daardoor nog een tijd wakkergelegen hebben van ons gestommel - of was het door de luide ruzie van de buren. Het werd een nacht zonder veel slaap, tussen de opgegeten maïskolven, oude schoenen, ... maar een toffe ervaring! De regen gutste uit de hemel, dat beloofde voor onze eerste wandeldag.

Om 5u15 trommelde de chauffeur ons op. Het was gestopt met regenen. Drie kwartier en heel wat prachtige uitzichten later kwamen we aan in Cachora. Daar huurden we twee ezels en de gids. Om tien uur vatten we onze wandeling aan, Thomas en ik met onze trekrugzak op de rug. De eerste kilometers waren vrij gemakkelijk, al trachtte de hitte het ons wel lastig te maken. Vervolgens daalden we van 3300 meter af naar 1800 meter, een wandeling van 10 km. Met pijnlijke knieën kwamen bij een rivier, waar volgens onze leraar een loodzware helling zou beginnen. De eerste meters vroeg ik me af waar hij drama over maakte, maar twee bochten verder zag ik waar hij het over had. We moesten slechts drie kilometer stijgen, maar reken daar de hoogte, een gemiddeld stijgingspercentage van minstens 20 procent en de hitte bij en je krijgt een idee van de lastigheidsgraad. Na vier keer sterven konden we onze tent in het donker opslaan op een kleine camping, onder het licht van onze zaklampen en de bliksemschichten die zich in de verte tegen de hemel aftekenden. We wasten ons in een rivier, heerlijk was dat na 25 kilometer wandelen.

De volgende dag stond onmiddellijk een even steile beklimming van vier kilometer op het programma. Opnieuw heel zwaar en in de felle zon, maar het kan soms zalig zijn om af te zien. De zeven klimkilometers hadden ons tot op 3300 meter hoogte gebracht, dus 1500 meter hoger dan de rivier. We kwamen op een camping die zeker de prijs voor de mooiste lokatie wegkaapt: na de vrij kale begroeiing kwamen we plots in een groene oase van gras. De omgeving werd gekleurd door hoge bergtoppen. In de verte konden we Choquequirao zien liggen.

We sloegen omze tent op en maakten ons middagmaal klaar. Daarna lieten we onze rugzakken voor wat ze waren en vertrokken we voor een tocht van 4 km naar Choquequirao. We zagen een deel van het complex in de verte liggen, indrukwekkend hoe de landbouwterrassen tegen de berg opkropen. Op Choquequirao zelf (het gedeelte waar gebouwen staan) was er niemand te zien. Samen met ons waren er die dag slechts 7 toeristen geweest. Daar zal de lastige tocht wel voor iets tussenzitten. Het gedeelte met huizen van het complex was niet bewoond in de tijd van de Inca's. De mensen leefden in grotten vlakbij het complex. Choquequirao diende als ontmoetingsplaats tussen de Inca en zijn gasten. Bovendien functioneerde het ook als gevangenis: leugenaars, luierikken en bandieten werden in een minicel opgesloten (je kon er enkel rechtstaan) en konden de cel enkel verlaten om naar het toilet te gaan. Dan konden wij met onze gepijnigde spieren niet klagen ...
Hierna daalden we af naar de 'lama's', een complex waar de Inca's afbeeldingen van lama's in hadden verwerkt door verschillende kleuren van stenen te gebruiken. Pas van op afstand werd duidelijk hoe vernuftig de Inca's wel waren. De lama's waren diagonaal gebouwd zodat het leek alsof ze in een colonne de berg optrokken. Ik vraag me af hoe ze dit van dichtbij zo konden construeren, zonder een overzicht over het geheel te hebben.
Vervolgens stegen we opnieuw naar de huizen en kwamen we compleet uitgeput boven. Een dutje van 15 minuten deed ons deugd en we konden terug naar de camping.

De derde dag keerden we terug via een andere route. We begonnen met een vrij gemakkelijk stuk van 5 kilometer, daarna volgde een loodzware afdaling van 10 km. We daalden 1500 meter in de volle zon. Een kort dutje naast de rivier bracht ons opnieuw op krachten, voor een nieuwe klim van 7 km. Opnieuw overwonnen we 1500 meter hoogte. We kwamen aan in het donker en mochten onze tent opslaan in de tuin van een hacienda. In de hacienda wonen twee families die samen land verbouwen. De gids vertelde ons een waar horrorverhaal over de eerste eigenaar van de hacienda. Het verhaal zou trouwens verfilmd geweest zijn volgens de gids. Er woonde een Noord-Amerikaan samen met zijn zus. Ze hadden drieduizend koeien in hun bezit en verschillende Peruanen in dienst om het land te verbouwen. De man schoot echter niet goed op met zijn zus. Hij sloeg haar, sloot haar op in haar kamer, ... Uiteindelijk heeft hij haar vermoord in kokende melk. 20 jaar geleden stierf hij nadat zijn lichaam vanbinnen volledig opgegeten was door een parasiet.
Wat er ook van zij, het was een prachtige lokatie om te kamperen. We werden ook direct uitgenodigd om thee te drinken. Thomas en ik werden meermaals in de lucht geprezen als 'papa lindo' door een oudere man die duidelijk te veel op had.

De vierde dag keerden we terug naar Cuzco. Het werd een helse taxirit langs de afgrond om terug tot in Ramal te raken. Daar wouden we de bus nemen naar Cusco. De plaatselijke bewoners trachtten ons wijs te maken dat er geen bus meer kwam die dag en dat we met hun taxi zouden moeten gaan. Vijf minuten later kwam echter een bus voorbij. Toen probeerden de bewoners ons nog wijs te maken dat de bus meer kostte dan de taxi. Niets van waar natuurlijk, voor een spotprijs konden we opstappen en meerijden naar Cusco. Daar beloonden we ons op een heerlijke maaltijd. Na drie dagen noodles als ontbijt en pasta met rode saus als middag- en avondmaal smaakte het dubbel en dik!